In heldere windstille nachten blijkt dat de temperatuur aan de grond aanzienlijk lager kan zijn dan op de normale waarnemingshoogte van 1,5 meter.
In uitzonderlijke gevallen kan dit op lopen tot 10 °C, zoals op 9 oktober 1959 te De Bilt. Het was toen op 1.5 m hoogte +5.4 °C, op 10 cm boven de grond was het –4.5 °C. Lagere gewassen zullen bij zulke omstandigheden (nachtvorst) het eerst bevriezen.
In een heldere nacht verloopt de uitstraling van warmte vanuit de bodem optimaal. Onzichtbare straling verlaat de bodem en veroorzaakt een temperatuurdaling van met name de bovenste centimeters van het oppervlak. Deze uitstraling verloopt in een bewolkte nacht veel minder effectief omdat de wolken de uitgezonden straling deels absorberen en deels terugzenden. Deze uitstraling, met sterke temperatuurdaling tot gevolg, kan er ook voor zorgen dat autoruiten bevriezen terwijl het niet vriest.
Grondtemperaturen in de zomer:
Ongemaaid gras houdt de grond op 19.5 graden.
Gras op 10cm gemaaid gras houdt de bodemtemperatuur op 24.5 graden.
De temperatuur van kale grond stijgt in de zomer tot boven de 40 graden.
|