De hoeveelheid gevallen neerslag (regen, sneeuw, hagel, ijzel) wordt opgegeven in millimeters water. Sneeuw, hagel en ijzel moeten dus voor de meting gesmolten worden. 1mm smeltwater komt dan overeen met een sneeuwhoogte van 1cm.
Een liter water, uitgespreid over een opperv1ak van 1 vierkante meter geeft een laagje van 1 mm dikte.
Een gewone bui geeft ongeveer 1 tot 3 mm, flinke buien 3 tot 10 mm en zware buien nog meer dan 10 mm. Bij een stortbui van 40 mm, valt er dus op elke vierkante meter 40 liter. Dat is evenveel als er in een melkbus gaat.
Wateroverlast wordt niet alleen veroorzaakt door de hoeveelheid en duur van neerslag, maar is ook afhankelijk van de landelijke karakteristieken zoals grondsoort, bebouwing, afvoermogelijkheden, voorgaande neerslaghoeveelheid en het jaargetijde.
De totale hoeveelheid water (zoet en zout) op aarde bedraagt circa 1.35 miljard km3. De atmosfeer bevat slechts 0.0001 % van dit totaal. Er valt op aarde jaarlijks 30 keer meer water dan de atmosfeer maximaal aan water vast kan houden.
De hoeveelheid water, die in de vorm van wolken boven onze hoofden kan drijven, is onvoorstelbaar groot.
Een wolk van 500 bij 100 bij 20 meter kan al 1300 ton (1.300.000 liter) water bevatten. Gelukkig valt nooit alles tegelijk op een plek !
Men heeft uitgerekend hoeveel water er bij een normale regenbui neervalt. Bij een heel licht regentje van 1 mm (niet de moeite waard om over te praten) valt toch al per Km2 1 miljoen liter water
Al het water dat op aarde aanwezig is, wordt opgewarmd door de zon. Het verdampt en de warme waterdamp stijgt op. Komt dit hoog in de atmosfeer terecht waar het kouder is, dan koelen de waterdeeltjes weer af en condenseren ze. Deze temperatuurdaling bedraagt +/- 1 °C per 100m stijging. Dit betekent dat de damp in kleine druppeltjes verandert. Zij vormen samen een wolk. In een wolk stoten de minuscule waterdruppeltjes tegen elkaar aan, waardoor ze aangroeien en steeds zwaarder worden. Voor een regendruppel zijn miljoenen wolkendruppeltjes nodig. Zijn de druppels zwaar genoeg, dan vallen ze naar beneden. Ze vallen als regen op het aardoppervlak, als het daar niet vriest.
In het najaar of winter zien we vaak vochtige straten en fiets- voetpaden ook al heeft het niet geregend.
Meestal hebben wij dan te maken met vochtige lucht en koude grond waardoor de lucht op de grond condenseert. Vaak gaat het dan na enige tijd regenen.
Soorten neerslag
Bui
Neerslag die niet langer dan een uur duurt.
Extreem zware neerslag
Periodes met extreem zware regenval vergezeld van onweer komen in Europa elk jaar wel voor. Ook hevige sneeuwval gevolgd door krachtige dooi is een jaarlijks terugkerend verschijnsel dat zorgt voor wateroverlast en overstromingen. De ene keer ligt het zwaartepunt van de regen in de Alpen, in Oostenrijk, Zwitserland of het noorden van Italië de andere keer bijvoorbeeld in het Sudetengebergte op de grens van Tsjechie en Polen. Zware onweersbuien kunnen ook lokaal leiden tot grote wateroverlast en schade
Hagel
Onweerswolken (cumulonimbus) geven soms hagel in plaats van regen, zelfs in de zomer. Hagelstenen zijn min of meer ronde ijsballetjes. In de dwarsdoorsnede kan men lagen van helder en van ondoorschijnend ijs herkennen.
Hagelstenen ontstaan als ijskristallen herhaaldelijk in de wolk heen en weer geworpen worden door sterke luchtstromingen. Zij klonteren samen met onderkoelde wolkdruppels, die bevriezen en een laag ijs vormen om de oorspronkelijke kern heen. Helder ijs wordt gevormd als de hagelsteen zich in het lagere deel van de wolk bevindt, waar het warmer is en water langzamer bevriest. De ondoorzichtige
lagen vormen zich in de top van de wolk, waar de druppel meteen bevriest zodra hij contact maakt.
Zwaarste hagelstenen
Hagelstenen zijn gewoonlijk 5-50 mm in doorsnede, maar er zijn ook grotere stenen tot 200 mm gesignaleerd. Hevige hagelstormen komen het meest voor boven de vlaktes in de binnenlanden, waar grote actieve onweersbuien veel voorkomen.
2010: 900gr in USA. 20cm doorsnede.
2013: 500gr in Duitsland. 14cm doorsnede.
Hevige neerslag
Grootschalige overstromingen zijn meestal het gevolg van langdurige en intensieve neerslag. Ook het water afkomstig van smeltende sneeuw en gletsjers kan de waterstanden in de rivieren sterk doen stijgen. Als er dan ook herhaaldelijk actieve regenzones over de wassende rivieren trekken treden de rivieren al gauw buiten hun oevers. Vooral in de winter wanneer er weinig verdampt, de vegetatie nauwelijks water tegenhoudt en de bodem verzadigd raakt. AI het water ook van grotere hoogte zoekt dan zijn uitweg via beekjes en rivieren die het niet meer aan kunnen.
Hevige regenval wordt meestal veroorzaakt door diepe depressies in het gebied van de Middellandse Zee, de Alpen, de Pyreneeën of in het midden of noorden van Europa. De actiefste regenbuien ontstaan vaak in gebieden waar koude lucht uit het noorden van Europa in aanraking komt met zeer warme en vochtige lucht uit de Middellandse Zee. Een klassiek voorbeeld is de Genua-depressie in de Golf van Genua die vooral aan de zuidkant van de Alpen zorgt voor zondvloedachtige regens. De bergmassieven dwingen de lucht tot stijgen waardoor de buien nog zwaarder kunnen worden. De orografische regens, zoals de weerkundigen dat noemen, kunnen lokaal honderden millimeters per dag opleveren.
Motregen
Druppels van minder dan een millimeter doorsnede die langzaam op ons neerdalen.
Regen
Als voor langere tijd neerslag wordt verwacht uit een aaneengesloten wolkendek of door meerdere buien bij elkaar, dan heet het pas regen.
Sneeuw
Sneeuw ontstaat in de bevroren toppen van grote dikke wolken. Daar ontstaan minuscule ijskristallen bij zeer lage temperaturen, beneden de -40 °C), die steeds meer gekristalliseerde waterdamp in zich opnemen om mooie symmetrische sneeuwvlokken te vormen. Als ze zwaar genoeg zijn beginnen ze te vallen. Als de temperatuur op de route van de top van de wolk naar de grond overal beneden de 0 °C is, zullen de sneeuwvlokken nog intact zijn als ze de grond raken en op weg naar beneden in grootte groeien.
Er valt droge poederachtige sneeuw als de temperaturen zo laag zijn, dat de vallende kristallen niet smelten en aan elkaar vriezen als ze elkaar raken in plaats van lange zachte vlokken te vormen. Dit is zeer lichte sneeuw, die overal doorheen dringt, maar ook ideaal is voor skiën.
Natte sneeuw daarentegen bestaat uit kristallen, die gesmolten zijn en weer aan elkaar gevroren als zachte vlokken. Deze sneeuw is ideaal voor sneeuwballen en sneeuwpoppen, omdat het goed plakt.
Om aan het equivalent van 25 mm regen te komen, is er 900 mm droge sneeuw en 175 mm natte
sneeuw nodig.
Wolkbreuk
Een wolkbreuk is een enorme plensbui, die in korte tijd een gebied of wijk onder water zet. In een warm klimaat is zo'n hevige bui veel gewoner dan in het gematigde klimaat dat in Nederland en België bestaat, zodat aan dat begrip niet overal dezelfde betekenis wordt gehecht. Ook in Nederlandse publicaties worden verschillende definities genoemd.
Een bui, waarin het zo hard regent dat er in 5 minuten 10 mm of meer valt wordt door het KNMI een wolkbreuk genoemd. Als deze intensiteit een uur lang aanhoudt zou er 120 mm kunnen vallen. Ook bij een uursom van 25 mm of hoger wordt de regenval als wolkbreuk geboekt. Het zicht loopt tijdens een wolkbreuk terug tot soms minder dan 200 meter
Zware regen
Als er op tenminste 1 KNMI station binnen 24 uur minstens 50 mm neerslag valt, spreken we van een dag met zware regen.
Zure regen
Zwaveldioxide komt vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen, vooral olie en kolen, en komt dan in de lucht en in wolken terecht als zwavelig zuur en zwavelzuur. Deze zuren zijn schadelijk voor plant en dier, omdat ze over grote afstanden kunnen worden meegenomen en met de regen mee naar beneden vallen. Zure regen verzuurt geleidelijk aan meren, rivieren en de grond waarop de regen valt. De effecten van zure regen op het milieu werden in Europa het eerst zichtbaar in west- en zuid-Scandinavië in de jaren 60 van de vorige eeuw, waar meren zuur waren geworden en geen leven meer bevatten.
Zure regen heeft vermoedelijk ook de wijd verspreide schade aan de bossen in Centraal-Europa veroorzaakt. Zwaveldioxide heeft bovendien zijn bijdrage geleverd aan de bekende Londense mist/smog, die duizenden levens heeft gekost. Het gebruik van rookvrije brandstoffen heeft in dit opzicht de lucht in onze steden schoner gemaakt en er is strikte controle op de hoeveelheid zwaveldioxide, die is toegestaan in energiebedrijven en fabrieken.
Zuur in de stadslucht, in dit geval voornamelijk van stikstofoxide uit uitlaatgassen, is ook verantwoordelijk voor de schade aan kalkstenen en marmeren gebouwen.
Volgens het KNMI heeft regen in sommige landen invloed op verkiezingsuitslagen. Als het in de VS lang niet heeft geregend, valt de uitslag in de droogste regio's ongunstiger uit voor de zittende president dan bij voldoende neerslag. Want droogte levert s!echte oogsten op met voedselproblemen en sociale onrust tot gevolg.
Bij ons, lijkt het altijd te regenen, of is dit niet zo.
Kijk je naar een kaart met mondiale neerslagpatronen, dan zie je dat er op de evenaar gemiddeld veel meer regen valt. Omdat wij aan zee wonen, regent het bij ons wel iets vaker dan in Oost-Europa bijvoorbeeld. Maar dat het eigenlijk best meevalt, bewijst Gerard Poels die bijhield hoe vaak hij een nat pak haalde op de fiets op weg naar zijn werk:
www.hetregentbijnanooit.nl