Bliksem is in het open veld vrijwel altijd levensgevaarlijk. Bij dreigend onweer, kun je niet voorzichtig genoeg zijn. Niet alleen de bliksem vormt een risico, onweersbuien gaan vaak vergezeld van wolkbreuken en slagregens en soms ook van hagelstenen zo groot als tennisballen en gevaarlijke windstoten. Dat leidt gemakkelijk tot schade, niet alleen door bomen die omwaaien of takken die afbreken maar ook door blikseminslagen, waarbij soms een hele regio zonder stroom komt te zitten. Door de hevige neerslag kunnen beken en rivieren plotseling buiten hun oevers treden. In de woest kolkende en veel bredere rivier verandert de pittoreske camping aan het kabbelende beekje plotseling in een hel. Modderstromen en lawines kunnen enorme schade aanrichten; hierbij komen jaarlijks mensen om het leven. Zeker in de bergen kan het weer ineens totaal omslaan waarbij zon en warmte plaatsmaken voor kou en sneeuw, ook midden in de zomer. Temperatuurdalingen van 20 graden in korte tijd zijn dan geen uitzondering.
Meestal ontstaat onweer overdag. Stapelwolken (cumuli) ontstaan door de opwarming van de aarde, die de lucht erboven verwarmt. De lucht stijgt en koelt daarbij af. Koudere lucht kan minder vocht bevatten en er condenseren kleine waterdruppels, een wolk. Deze wolk groeit gestaag uit, wordt steeds hoger en kijken we er van opzij tegenaan, dan zien we een aambeeld ontstaan.
In de nacht ontstaat echter van tijd tot tijd ook onweer. Om een wolk te laten ontstaan is een temperatuurverschil met de hoogte nodig. Wordt er in de hogere luchtlagen koudere lucht aangevoerd, dan ontstaat dit temperatuurverschil ook. Omdat de lucht onderaan relatief warm is, gaat die opstijgen en de wolken kunnen zo ook uitgroeien tot (kolossale) onweerswolken.
De hevigste onweersbuien ontstaan in de regel 's zomers in vochtige lucht en bij bijzonder warm weer. Vooral wanneer koelere lucht in aantocht is kunnen zich enorme onweerswolken ontwikkelen waarvan de toppen soms tot meer dan 15 kilometer hoogte uitgroeien waardoor er enorm veel water in zit. Een onweerscomplex, groot of klein, is niets anders dan een atmosferische warmtewisselaar. Aan de voorzijde wordt hete lucht met een vaartje naar binnen gezogen en omhoog getransporteerd. Daar staat de lucht zijn energie af waardoor het onweerscomplex gaande blijft. Zodra de lucht is afgewerkt, is die koud geworden en verzadigd met vocht valt het als afval naar beneden. Daar spreidt het zich uit over het aardoppervlak, regen en wind veroorzakend.
Zeker in de bergen kan onweer verraderlijk zijn. De ontwikkelende onweerswolken ontrekken zich door de hoge bergtoppen vaak aan het zicht, zodat de bergwandelaar geen weet heeft wat er zich in zijn naaste omgeving afspeelt.
Wat is onweer ?
Onweer is een plotselinge elektrische ontlading, waarneembaar door een lichtflits (bliksem) en een rommelend geluid (donder). Deze ontlading vindt plaats tussen een onweerswolk en de aarde.
Onweer is opgebouwd uit drie elementen wolken, bliksem en donder, bliksem en donder ontstaan door een elektrische stroom. De atmosfeer is altijd elektrisch geladen, negatief onderin en positief bovenin. De elektriciteit (het onweer zelf) ontstaat als er een temperatuurverschil is van minimaal 40 graden Celsius tussen de grond en 5 kilometer hoogte.
Waar komt de lading vandaan ?
Binnen een onweerswolk stijgt de warme lucht en condenseert. Wanneer kleine wolkendruppels zo hoog komen dat ze bevriezen, raakt de buitenkant positief geladen, de binnenkant is negatief. Door uitzetting springt de buitenkant los en de kleine positief geladen ijsschilfers worden verder mee omhoog genomen. Zo wordt de bovenkant van de wolk positief geladen. De onderkant van de wolk krijgt een negatieve lading. Door de aantrekkingskracht van de negatieve lading onderin de wolk, wordt het aardoppervlak zelf weer positief geladen.
In de zomer is het meestal zo dat de aarde positief en de wolk negatief geladen is. De ladingsuitwisseling gaat daarbij in een tamelijk groot aantal stapjes. Vaak ongeveer twintig. Per stapje is de hoeveelheid lading daardoor minder groot. Bovendien bevindt de onweerswolk zich op tamelijk grote hoogte.
In de winter komt de bliksem soms uit een tamelijk laag hangende en sterk positief geladen wolk. De kans op een ontlading van wolk naar grond is daardoor een stuk groter dan tussen de wolken onderling. Daarbij komt alle lading in één keer vrij. Winters onweer is al heel wat boerderijen in het verleden fataal geworden.
Hoe ontstaat een bliksem ?
Door kleine verschillen in lading onderaan de wolk kan een vonk ontstaan. Hierdoor wordt de lucht beter geleidend en ontstaat een eindje verder een nieuwe vonk. Zo ontstaat een goed geleidend kanaal naar de aarde toe: de voorontlading. Dit gebeurt binnen een honderdste van een seconde en stapsgewijs. Hierdoor krijgt de bliksem zijn grillige vorm en ontstaan de vertakkingen. Als dit kanaal 20 tot 100 meter boven de aarde is, ontstaat door de opgebouwde spanning vanaf de andere kant ook een kanaal: de vangontlading. De afstand is nu klein genoeg om kortsluiting te maken. De hoofdontlading volgt de ontstane route (100.000 km/sec.). Vaak vinden langs het kanaal zeer snel meerdere ontladingen plaats, die wij echter als een lichtflits waarnemen. 65% van de ontladingen vindt binnen de onweerswolk plaats.
Hoe ontstaat de donder ?
De bliksem verwarmt de lucht zeer plotseling tot wel 25.000 graden Celsius (= 4x de oppervlaktetemperatuur van de zon). De lucht zet dan zeer snel uit en explodeert als het ware. Dit geeft een enorme knal (de donder).
Licht plant zich voort met een snelheid van 300.000 km per seconde. De lichtflits en de knal vinden gelijktijdig plaats, maar het geluid loopt per kilometer drie seconden achter. Het aantal seconden tussen de flits en de donder, gedeeld door drie is, bij benadering, de afstand (in kilometers) tot het onweer.
Bliksem en donder snel of lang achter elkaar ?
Wanneer er een bliksemflits is geweest, volgt er direct daarop de donder. Als er dus een bliksem inslaat vlakbij je, zal de bliksem en donder bijna tegelijkertijd ontstaan. Maar licht en geluid hebben een snelheid. Je ziet dus eigenlijk als er een vogel voorbijkomt wat er heel even geleden is gebeurt. Dat is dat héél eventjes, maar wanneer je over heel grote afstanden gaat kijken, scheelt het toch wel wat. Je ziet bijvoorbeeld de zon, zoals hij 8 minuten geleden was! Zo is het hetzelfde met geluid. Wanneer iemand je roept hoor je dat soms seconden later. Maar licht en geluid hebben niet dezelfde snelheid. Dus wanneer je een bliksemflits ziet, die ongeveer één kilometer ver is, zal je het geluid dus 3 seconden later horen. Kortom, wanneer je een flits ziet en drie seconden later de donder hoort, dan betekent dat dat het onweer ongeveer één kilometer ver is.
Algemene onweersinformatie
Bij (opkomend) zwaar onweer met soms ieder seconde een bliksemflits, kan het heftig tekeer gaan en moet u bedacht zijn op plotselinge windvlagen, slagregens en hagel. Zware onweersbuien ontstaan in een vochtig overgangsgebied van zeer warm (tropisch) naar veel kouder weer. Tijdens zo'n bui kan de temperatuur in minder dan een half uur 10 tot 15°C dalen. De buien worden het hevigst als er op grote hoogte in de atmosfeer een zeer sterke wind staat (straalstroom). Wanneer er onweer wordt verwacht moet altijd rekening worden gehouden met de mogelijkheid van heftige weersverschijnselen, zoals plotselinge windstoten, zware regen of hagel. Hoe zwaar de buien werkelijk worden is in de regel pas kort tevoren vast te stellen. Waarschuwingen voor zware windstoten of hagel worden daarom in het algemeen niet eerder dan 6 tot 12 uur vóór de buien gegeven. Uit de tijd die verstrijkt tussen bliksem en donder kunt U afleiden of het onweer nabij is. Het geluid legt in drie seconden een afstand van ongeveer één kilometer af. Als de donderklap binnen 10 seconden na de bliksemontlading te horen is dan is het onweer gevaarlijkdichtbij en kunt U het best binnenshuis blijven, in een afgesloten auto of metalen caravan.
Welke soorten bliksem kennen we ?
Bolbliksem
Een bolbliksem is een bliksem in de vorm van een voetbal, die beweegt. Bolbliksems kunnen in huis heel gevaarlijk zijn, maar komen bijna niet voor. Er zijn verhalen dat een bolbliksem door de voordeur een huis binnenkwam en door de achterdeur weer naar buiten schoot. De verklaring voor bolbliksems is nog nooit gegeven.
Parelmoerbliksem
Dit zijn bliksems die elkaar in snel tempo opvolgen. Ze komen vlak achter elkaar aan. Mensen hebben parelmoerbliksems nog nooit kunnen fotograferen.
Sint-Elmusvuur
Dit groen- of blauw-wit-achtige lichtverschijnsel treedt op wanneer grote ladingsverschillen worden opgebouwd voordat de ontlading komt. Dan kan het gebeuren dat voorwerpen bij de grond zo sterk geladen worden, dat er (positief) geladen vonken uit weglekken. Dit kan bij uitstekende voorwerpen gebeuren zoals antennes en scheepsmasten. Wanneer er ook nog een ontlading in de buurt is, kan de bliksem elk moment inslaan.
Bij daglicht is elmsvuur natuurlijk moeilijker waar te nemen, maar het sissende geluid ervan en de vreemde gewaarwording van geëlektrificeerd hoofdhaar kan een teken zijn van een ontlading, zelfs bij blauwe hemel.
Weerlicht
Dit is het licht die je ziet wanneer er een ontlading heeft plaatsgevonden in een wolk.
Zigzagbliksem
Dit zijn de gewone bliksemflitsen die je ziet, die van een wolk naar de aarde schieten, of van wolk naar wolk.
Weetjes over bliksem
Bliksem slaat jaarlijks ongeveer 100.000 keer in Nederland in; 3 tot 4 keer per vierkante kilometer in een jaar.
Bliksem heeft een temperatuur van 30.000 graden Celsius.
Een (verticale) bliksemstraal heeft een snelheid van 60.000 kilometer per seconde en is gemiddeld 5 tot 6,5 kilometer lang.
Donder ontstaat door de hoge temperatuur binnen een bliksemschicht. Door deze zeer grote hitte zet de lucht uit met een knetterende klap.
Verhelderende feiten over onweer
De gemiddelde bliksemstraal is 10km lang.
De gemiddelde onweersbui verplaatst zich met een snelheid van 10 – 15 km/uur.
Ais de rand van een onweersbui tot op 16 km genaderd is, loopt men op de grond risico om door bliksem te worden getroffen. Hierdoor vallen er veel doden en gewonden door blikseminslag terwijl de lucht boven het slachtoffer helder is.
Gemiddeld genomen kan onweer slechts worden gehoord op een afstand van 5 tot 6 km. Dit is echter afhankelijk van vochtigheidsgraad, terreingesteldheid en andere factoren.
Meer informatie over bliksem vindt u
hier