Eigenlijk is elke vorm van neerslag oorspronkelijk sneeuw. De ijskristallen in een wolk waar de temperatuur tussen de min 10 en min 20 graden Celsius is, zijn bedekt met een klein laagje water. Botsen de kristallen, dan vriezen ze vast. En zijn er genoeg ijskristallen aan elkaar geplakt, dan ontstaat een sneeuwvlokje dat zo zwaar is dat het uit de wolk valt. Is het ook koud genoeg aan het aardoppervlak (rond het vriespunt of daaronder), dan blijft de sneeuw echt sneeuw. Zo niet, dan smelt het en wordt het regen.
Wanneer er een zeer koude, meestal noordelijke Arctische stroming boven de Noordzee staat, brengt dit in de winter en in het voorjaar nog we1 eens (veel) sneeuwbuien boven ons land. De combinatie van een zeer koude bovenlucht en relatief warm zeewater zorgt voor de ideale omstandigheden voor het ontstaan van deze sneeuwbuien.
De koude lucht waarin sneeuwbuien ontstaan, vind je eerder op grote hoogte. Daarom gaat de neerslag vooral op de heuveltoppen van Limburg eerder in sneeuw over dan in lagere delen van Nederland.
Een emmer van tien liter vol verse sneeuw weegt slechts één kilogram. Smelt de sneeuw, dan vinden we slechts één liter water in de emmer terug. 10 cm sneeuw komt dus overeen met een neerslaghoeveelheid van 1 cm regen.
Voordat het sneeuwdek tot een meter is aangegroeid is er echter wel meer sneeuw nodig dan 10 cm aan neerslag. Ondanks het geringe gewicht van sneeuw wordt een dikke laag namelijk toch wel enigszins samengedrukt. Gaat dit proces eeuwenlang door, zoals bij gletsjers of ijskappen, dan wordt de sneeuw uiteindelijk ijs.
Het lijkt vreemd maar we kunnen binnenshuis horen of het sneeuwt of heeft gesneeuwd. Vooral vers gevallen, droge sneeuw werkt als een geluiddemper, omdat er veel lucht in zit. Scherpe of luide klanken worden als het ware opgeslorpt en niet weerkaatst. De witte wereld is dus ook heel stil, vol rust en kalmte. Zodra de sneeuw begint te smelten en langzaam verdwijnt neemt het lawaai weer toe.
Een wandeling door de sneeuw geeft de ene keer een heel ander geluid dan de andere keer. Het geluid van voetstappen in de sneeuw hangt samen met de temperatuur. De toon is hoger naarmate de temperatuur lager is. Als de temperatuur boven het vriespunt ligt, doen de stappen de natte sneeuw smelten. Vriest het meer dan vijf graden, dan wordt de sneeuw vrijwel geruisloos samengedrukt onder de voeten. Vriest het meer dan twaalf graden, dan horen we de sneeuw knarsen en kraken en klinkt het alsof we door glas lopen.
Onder een sneeuwdek is de temperatuur vaak maar net onder het vriespunt. Valt er in de late winter of het vroege voorjaar sneeuw, dan kan deze vooral tijdens de nog koude nacht en ochtend een tijdje blijven liggen. Vooral ontluikend gewas wordt zo beschermd tegen nachtvorstschade. Zelfs fruittelers kunnen er baat bij hebben. Valt er in april nog een sneeuwbuitje, dan kan de sneeuw bescherming bieden aan de bloesems, tegen mogelijk erop volgende nachtvorst.
Sneeuw heeft nog een voordeel. Als het gaat dooien zonder veel vorst in de grond onder het sneeuwdek, zakt het smeltwater zachtjes in de grond. Er komen nauwelijks plassen, het vocht wordt netjes in de bodem verdeeld. Valt er vaak sneeuw, dan vindt de boer dat dus in het algemeen fijn en verwacht hij een rijk jaar.
Soorten sneeuw
Natte sneeuw
Bestaat grotendeels uit water, smelt meestal als het de grond raakt.
Poedersneeuw
Bij zeer strenge vorst klonteren de ijskristallen niet samen, maarvalt de sneeuw in kleine vlokjes.
Drift- of jachtsneeuw
Sneeuw die van de grond opwaait.
Blizzard
Sneeuwstorm.
In Nederland valt gemiddeld 30 dagen per jaar sneeuw. De kans dat die sneeuw tijdens Kerst valt, is vrij klein. In de afgelopen jaren hebben we slechts enkele keren een witte Kerst gehad.
Voor de statistieken is sprake van een witte kerst als op beide kerstdagen een gesloten sneeuwdek ligt in De Bilt van minimaal één cm
Witte kerst in De Bilt vanaf 1901:
1906, sneeuwhoogte 10 cm
1938, sneeuwhoogte 13 cm
1940, sneeuwhoogte 4 cm
1950, sneeuwhoogte 6 cm
1964, sneeuwhoogte 5-10 cm
1981, sneeuwhoogte 11-20 cm
2009, sneeuwhoogte 4-9 cm
2010, sneeuwhoogte 4-6 cm
Van een Witte Kerst in Twente is sprake als op beide kerstdagen een gesloten sneeuwdek ligt in Twente van minimaal één cm.
Witte kerst in Twente vanaf 1894:
1896, sneeuwhoogte 5 cm
1906, sneeuwhoogte 3 cm
1917, sneeuwhoogte 2 cm
1923, sneeuwhoogte 8 cm
1930, sneeuwhoogte 5 cm
1938, sneeuwhoogte 10 cm
1950, sneeuwhoogte 2 cm
1962, sneeuwhoogte 5 cm
1964, sneeuwhoogte 2 cm
1981, sneeuwhoogte 5-10 cm
1986, sneeuwhoogte 5-15 cm
2000, sneeuwhoogte 5-10 cm
2010, sneeuwhoogte 15 cm
|