Hondsdagen:
Bij vlagen zwoel, of zelfs bijna heet weer, maar ook fikse buien. Dit past perfect bij een periode die klimatologisch bezien nog net iets later in de zomer valt en die bekend staat als de ‘Hondsdagen’.
De Hondsdagen - weerkundig
De ‘Hondsdagen’ verwijzen naar een periode die eindelijk nog iets later in het jaar valt, tijdens de hoogzomer, gedurende de periode die ongeveer begint op 20 juli en half augustus eindigt. In die tijd van het jaar worden in onze streken de hoogste temperaturen bereikt. Niet zelden is dat een broeierige periode, waarin het vaak tot onweer komt. Vooral tijdens onweersbuien kan er veel hemelwater in korte tijd vallen, soms zelfs een gemiddelde maandhoeveelheid. Uiteraard blijft zo’n extreme neerslaghoeveelheid vaak wel beperkt tot een klein gebied.
Waarom deze periode bekend staat als ‘de Hondsdagen’ ? Het heeft niets te maken met de kreet ‘hondenweer’ maar de oorsprong is astronomisch.
De Hondsdagen – astronomisch
Na de zon, onze zeer nabije ster, is Sirius de helderste ster die we aan onze nachthemel kunnen zien. Deze ster straalt niet alleen veel krachtiger dan onze eigen zon, maar staat ook nog eens erg nabij, op een afstand van 8,6 lichtjaren, dat naar de maatstaven in het heelal, inderdaad ‘om de hoek’ is. Daarmee is haar schijnbare helderheid voor ons, verklaard.
Sirius wordt ook wel de ‘Hondsster’ genoemd, omdat het de helderste ster is van het sterrenbeeld ‘De Grote Hond’. Aan onze winterhemel, is Sirius een prachtige verschijning aan de zuidelijke hemel. In januari kunt u Sirius in de avond bewonderen. Zowel Orion als De Grote Hond bevinden zich dichtbij de ecliptica, de schijnbare baan die de zon langs de hemelkoepel beschrijft. Aan het begin van de zomer komt Sirius ongeveer gelijk met de zon op, en is daarom onzichtbaar. Vanaf de laatste julidecade echter, wordt Sirius in de ochtendschemering zichtbaar. Dat markeert het begin van de Hondsdagen. Daarna komt Sirius steeds vroeger op en wordt daardoor beter, en ook langer zichtbaar.
De Hondsdagen – historisch
Volgens de Griekse mythologie werd Artemis door haar broer Apollo misleid, waardoor ze per ongeluk haar geliefde Orion doodde. Ontroostbaar besloot ze hem als sterrenbeeld aan de hemel te zetten, met zijn trouwe hond Sirius naast zich, zodat ze beiden kon blijven zien.
In het oude Egypte markeerde het tijdstip dat Sirius precies gelijk met de zon opkomt, het begin van het nieuwe jaar. Daar werd Sirius trouwens Sopdet genoemd, naar een godin, die getrouwd was met Sah (Orion). Zij was de godin van de ster Sirius en ter ere van haar werd ook jaarlijks het Sothisfeest gevierd. Dat was niet voor niets. De felle stralen van onze zon houden Sirius 70 dagen verborgen en op het moment dat Sirius weer voor het eerst in de ochtendschemering kan worden gezien, markeert ook het moment van het jaarlijkse overstromen van de Nijl in Egypte, waarmee de droge periode tot een einde komt.
Geen wonder dat er feest werd gevierd. De Nijl was voor Egypte letterlijk een levensader en het overstromen voor het woestijngebied, waar anders niets wil groeien, een zegen. Sopdet kondigde dus de komst van het leven brengende water aan. Hoe belangrijk Sirius voor de Egyptische samenleving destijds was, blijkt ook uit het feit dat voor het balsemen van een overledene een periode van 70 dagen in acht werd genomen, precies het tijdvak dat Sirius onzichtbaar is en Sopdet dus afwezig is. Haar terugkeer symboliseerde dus de wederkomst van het leven en was dus in meerdere opzichten een verheugende gebeurtenis.
|