22.08.2010 06:35:50 |
|
Erwin |
Grondwater is al het water dat zich in de ondergrond, in bodems en gesteenten bevindt. Meestal is dit water afkomstig van neerslag, nadat het op het oppervlakte belandt infiltreert het direct of indirect. Grondwater afkomstig van neerslag wordt meteorisch water genoemd.
Regen- of oppervlaktewater dringt de grond in (infiltreert) tot het een niet-doorlatende laag bereikt. Boven deze laag raakt de grond verzadigd; de "verzadigde zone" De hoogte tot waar deze verzadiging optreedt is het grondwaterpeil of het freatisch vlak.
Door verlaging van de grondwaterstand, bijvoorbeeld door grondwaterwinning voor drinkwater of voor industrie, kan verdroging optreden en daarmee schade aan gewassen. Ook kan er verzakking optreden doordat de korreldruk in de bodem groter wordt (omdat de waterdruk afneemt) en veenlagen kunnen door oxidatie in dikte afnemen. Door grondwaterstandsverlaging kunnen ook (paal)funderingen van gebouwen verzakken doordat de houten palen gaan rotten of omdat de negatieve kleef toeneemt.
Plaats
De grondwaterstanden in een gebied zijn op hetzelfde moment niet overal gelijk. Een belangrijke reden hiervoor kan een verschil in de opbouw van de bodem zijn. Laagjes klei en veen kunnen een belangrijke belemmering vormen voor de stroming van het grondwater door een zandige bodem.
Ook de afstand van het meetpunt tot sloten en watergangen kan heel bepalend zijn.
Juist door deze verschillen in de opbouw van de bodem is het mogelijk dat de gemeten grondwaterstanden (ook wel stijghoogten genoemd) op één locatie niet altijd gelijk zijn.
Weersinvloeden
De grondwaterstand kan sterk wisselen. In perioden met veel regen kan de grondwaterstand soms in korte tijd flink stijgen. In drogere perioden kan de grondwaterstand ook weer aanzienlijk zakken waardoor in bepaalde gebieden, sloten en greppels droog komen te staan.
Hoe snel de grond in de zomer opdroogt, hangt uiteraard niet alleen van het weer at. De grondsoort is een heel belangrijke factor. Op hoge, droge zandgronden bepalen neerslag en verdamping de vochtbalans. Watertoevoer van elders is er niet en het grondwater zit te diep. Zo diep dat de gewassen er niet bij kunnen. In bodemkundige termen heet dit een 'hang waterprofiel'. Als door een zeef zakt het water door het zand.
Ook de capillaire opstijging in de grond is van belang. In de grond bevindt zich een minuscuul stelsel van flinterdunne buisjes. Ze vormen een verbinding tussen het grondwater en de bovenste grondlaag. Hoe smaller deze zogenoemde capillaire gangetjes zijn, hoe hoger het water kan stijgen. In sommige kleigronden tot wel twee meter! In grof zand is de capillaire opstijging hooguit twintig centimeter. De derde factor die de vochttoestand van de bodem bepaalt is grondwaterbeweging. Als gevolg van de zwaartekracht stroomt het water in de grondwaterzone van de hogere naar de lagere delen. Bijvoorbeeld als het Slootwaterpeil snel daalt of als de grondwaterspiegel snel stijgt bij hevige regenval.
Wanneer meten
De stand van het grondwater wordt bepaald met behulp van peilbuizen. Op basis van landelijke afspraken wordt bij Handmatige waarneming in principe twee keer per maand gepeild (dit is meestal de 14e en de 28e dag van de maand; als dit zaterdagen zijn één dag eerder en als dit zon- of feestdagen zijn één dag later).
Meting van de Grondwaterstanden (ook wel grondwaterniveau of grondwaterpeil).
Het leek mij interessant om de Grondwaterstanden samen met de hoeveelheid neerslag en neerslagtekort te verwerken in een overzicht en te kijken wat de overeenkomsten met elkaar zijn.
Vanaf vandaag zijn de Grondwaterstanden toegevoegd aan de overzichten. Deze overzichten geven weer de hoeveelheid neerslag, neerslagtekort en grondwaterstand in een overzicht. Er zijn overzichten voor elk jaar vanaf 1966 en een overzicht met alle jaren samen.
De grondwaterstand gegevens, vanaf 1966 tot en met maart 2010, zijn op 17 augustus 2010 beschikbaar gesteld door het Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO (afgekort TNO-NITG).
De gegevens zijn afkomstig van de volgende locaties:
Van 14-03-1966 tot: 22-11-1968, Locatie: B34E0302, Eibergsestraat RD-coördinaat: 245510, 463100
Van 22-11-1968 tot: 14-12-1998, Locatie: B34E0106, Demmertsweg RD-coördinaat: 245950, 463200
Van 14-12-1998 tot: 28-08-2009, Locatie: B34E0304, Brammeloweg RD-coördinaat: 245400, 463310
Van 28-08-2009 tot: 10-03-2010, Locatie: B34G0125, Oude Eibergseweg RD-coordinaat: 245950, 461130
Van 10-03-2010 tot: 18-08-2010, Nog geen gegevens beschikbaar
Van 18-08-2010 tot: heden, Locatie: Eibergsestraat 177a RD-coördinaat: 246085, 463165
RD-coördinaten zijn de Rijksdriehoekscoördinaten.
De overzichten van de Grondwaterstanden kunt u hier vinden.
Vanaf 18 augustus 2010 worden de grondwaterstanden, door mijzelf, dagelijks gemeten in een peilbuis achter ons huis. De meting vind plaats met behulp van een handbediend peilapparaat, een zogenaamde waterspiegelmeter.
Meer informatie zie forum artikel Grondwaterstanden.