Op deze pagina verschijnen regelmatig nieuwe bijdragen over het weer in Haaksbergen en aanpassingen van deze website. Het nieuwste bericht verschijnt als eerst. Er word de lezers een mogelijkheid geboden om reacties onder de berichten te plaatsen. Klik altijd op de koptekst. Het kan zijn dan een bericht langer is dan wordt weergegeven.
|
|
|
|
|
|
|
13.01.2015 19:36:15 |
|
Erwin
|
Nu eens een keer geen cijfertjes maar wat is mij opgevallen in 2014. Het jaaroverzicht met extremen en records kunt u hier vinden.
Klimaatverandering: Vanaf 1987 is de gemiddelde temperatuur in Haaksbergen gestaag gestegen met 1.7°C tot nu toe. Als deze trend doorzet zitten wij in 2050 met een toename van meer dan 3.5°C. Met gemiddeld 11.6°C werd 2014 het warmste jaar vanaf 1894.
Dezelfde stijgende lijn zie je ook terug in de - Overzicht temperatuursom. Die is in 2014 nog nooit zo hoog geweest . - Overzicht warme dagen (boven de 20 °C) . - Overzicht uren zonneschijn.
Zeewater is nog nooit zo warm geweest, grondwater temperatuur stijgt en de poolkappen smelten van onderaf. Is er niet wat anders aan de hand ? Zou het niet zo kunnen zijn dat de aarde van binnenuit aan het opwarmen is en dit proces mogelijk getriggerd werd door extreme zon uitbarstingen met verstoringen in het aardmagnetische veld. Extreme uitbarstingen vonden plaats in 1859, 1972, 1989, 2003, 2012 en 2014. De Geo magnetische zonnestormen veroorzaken enorme golven met geladen deeltjes die in de aardkorst ladingsverschillen veroorzaken.
Muizen: Begin 2014 zag je regelmatig overdag muizen lopen in de boomgarden. In maart begonnen met het plaatsen van vallen wat resulteerde in gemiddeld 4 muizen, woelmuizen, woelratjes per dag. Totaal in 2014 meer dan 800 van die rakkertjes weggevangen. Het vervelende van de Woellies is dat deze dol zijn op de jonge wortels van fruitbomen. Oorzaak: Winter was lente en de lente was een zomer. De uilen konden het gewoon niet aan.
Bijen en Varroamijten: Het was een voortreffelijk bijenjaar. Drie keer honing kunnen slingeren. Een heel mooi voordeel van de klimaatverandering. Alleen staat hier ook een nadeel tegen over en dat is de varroamijt met zijn infecties ziektes. Dit is een mijt die op de bijen zitten en larven in de cel beschadigen met overbrengen van ziektes. Tot augustus veel broed in de volken, geen mijtval, daarna extreem veel mijtval. In 2014 28500 mijten kunnen tellen met daar en tegen 8700 mijten in 2013 uit 5 bijenvolken. Een flinke toename dus. Te veel mijten in de volken zorgt voor verzwakking en verdwijning. Via forums is al duidelijk geworden dat de sterfte cq. verdwijning toeneemt. Reden te warm voorjaar ? De varroamijt kan slecht tegen warmte dus de klimaatverandering kan hier nog wel eens een voordeel opleveren. In Brazilië en Afrika hebben de bijenvolken er namelijk geen last van. Een ander klein rakkertje komt eraan dank zij de klimaatverandering, de Kleine Bijenkastkever. Dit kevertje zorgt ervoor dat een bijenvolk om zeep wordt geholpen, honing is niet meer bruikbaar. In Italië zijn al meer dan 60 haarden gelokaliseerd. Nadeel is dat dit kevertje het heeft gemunt op de Honingbij, de wilde bij en de hommels. Einde bijentijdperk dankzij de klimaatverandering ? Ik hoop het niet.
Fruitteelt: Klimaatverandering heeft ook effect op de biologische fruitteelt. In het voorjaar zag je massale bloei en daaropvolgend de vruchtzetting. Door het warme vochtige klimaat verschimmelde de kersen en pruimen aan de bomen. Wat overbleef werd dankbaar opgesnoept door de mezen en gaaien zelfs de appels en peren moesten het ontgelden. Nog nooit eerder meegemaakt. Door de pikschade direct Monilia-rot vooral begin augustus. Wat mij wel opviel was dat er zeer weinig rupsen waren in 2014. Ook eind juni de pruimen zeer sterk moeten dunnen meer dan 4500 pruimen uit twee bomen. Eind mei zeer veel luizen in de fruitbomen vooral in de fruithaag maar gelukkig ook zeer veel lieveheersbeestjes. Zeer vroeg bladval van enkel kersenbomen en in augustus stonden enkel fruitbomen voor de tweede keer in bloei. Begin december zat 1 appelboom zelfs nog volledig in het blad.
Ook is er een klein vliegje ons land binnengevlogen de Aziatische Fruitvlieg (Drosophila suzukii). Dit vliegje legt eitjes op gave en onrijpe vruchten die dan niet meer voor consumptie geschikt zijn. We hebben het over alle wilde bessen soorten maar ook aardbeien, bramen, frambozen, druiven, kersen, pruimen en zelfs appel en peer. In Zuid-Europa en België zijn al complete oogsten verloren gegaan. Hoe de toekomst eruit gaat zien weet ik niet maar als we niets doen kan de biologisch fruitteelt wel eens in de Geschiedenisboeken belanden. Er zijn helaas, nog geen, natuurlijke vijanden. In 2014 is er een landelijk onderzoek begonnen waaraan wij onze medewerking verlenen. In oktober de eerste vallen geplaatst en meteen was het bingo in Haaksbergen. 60 mannetjes en 28 vrouwtjes gevangen. Alle vangsten worden opgestuurd voor determinatie en voorzien van temperatuur, luchtvochtigheid en bijzonderheden van betreffende periode.
Helaas allemaal geen goed nieuws maar de klimaatverandering had ook enkele voordelen in petto. Diverse bestuursvergaderingen werden buiten in de open lucht gehouden ook enkel kaartsessies met vrienden vonden buiten in de open lucht plaats.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
08.11.2014 06:13:41 |
|
Erwin
|
VWK-bijeenkomst regio Oost op 6 november 2014
Na twee maand was het eindelijk weer zover. De Bijeenkomst van regio Oost bij RTV-Oost in Hengelo Overijssel. Totaal kwamen deze avond 14 weeramateurs naar Hengelo en hebben we weer genoten van een prachtige avond.
Auke Hoekstra, mede voorzitter Regio Oost, opende de avond met het doornemen van de agenda. Hierop stonden enkele interessante punten waaronder een terugblik op 40 jaar VWK en de presentatie van Otto Huizinga en Jordi Huine. Als dank voor het beschikbaar stellen van de vergaderruimte door RTV-Oost bood Auke vier flessen wijn aan voor diverse personen van RTV-Oost.
Het gebruikelijke rondje Tonny Morsink begon met de aftrap en gaf uitleg over enkele GFS-kaarten op het 500hPa drukvlak. Het viel op dat door aanwezige hogedruk gebieden we nog steeds onder invloed blijven zitten van zuidelijke stromingen. Opmerkelijk is dat de verwachting voor 12 november temperaturen in Polen laat zien met dubbele cijfers. Hij vond het ook opmerkelijk dat van de laatste vier maanden de eerste tien dagen voor warme opbouw zorgden voor de rest van de maand. Volkswijsheid uit de Lutte: ‘We krijgen geen winter als de Dinkel niet vol met water staat’. Over een paar maanden weten we meer. Bij Rob Spruyt in Neede werd het zondag 2 november bijna een warme dag. Ook bij Wilco Oudhof in Almelo en bij Otto uit Enschede scoorde oktober hoog wat de temperatuur betreft met 13.6°C gemiddeld en 23.2 maximum een warme maand in Almelo. Enschede scoorde net iets hoger. Het viel Wilco op dat de natuur hier vreemd op reageert. Begin november vers klein fruit aan de struiken terwijl de meeste bladeren er al af zijn. Auke viel het op dat er al 5 keer gras gemaaid is op dezelfde weilanden. Misschien ligt een 6e maaibeurt nog in het verschiet. Bij Erwin Lankheet uit Haaksbergen komen de bijen nog steeds met stuifmeel terug. In Haaksbergen bleef het vandaag voor het eerst onder de dubbele cijfers sinds 3 maart. De temperatuur kwam niet meer boven de 10 graden uit. Jordi kwam met de opmerking dat vandaag in Brabant voor het eerst vorst genoteerd werd op klomphoogte (10cm boven het maaiveld) en dat is nog niet vaak voorgekomen zo laat in het jaar. Johan Effing vind dat Regio Oost veel inbrengt bij de werkgroep van de KNMI gevolgd door een prachtige opmerking: ‘De wijzen komen uit het Oosten’. Het viel hem op dat voor 2014 14 warmte dagrecords en 2 koude dagrecords genoteerd konden worden. In voorgaande jaren hadden de koude records de overhand.
Vandaag konden wij ook een speciale gast verwelkomen namelijk Paul van der Heijden uit Clinge, Zeeuws Vlaanderen. De lange reistijd had hij er graag voor over. De nacht werd doorgebracht bij Johan. Paul wil graag, samen met Theo Booghart, de VWK Afdeling Zeeland opstarten en kwam kijken (beetje spioneren) hoe wij dat doen. Een reden om deze afdeling op te starten is dat het weer in Nederland uit Oost Zeeland komt. Ook heeft deze streek de meeste zon van Nederland en daarom werd zijn voorstel om eens een keer een bezoek aan Zeeland te brengen dankbaar aanvaard. Deze avond beviel hem zo goed dat hij in januari weer van de partij is.
Carl uit Gronau noteerde in 2014 meer warme dagen dan in het warme jaar 2006. Uitzonderlijk is ook dat het aantal dagen vorst dit jaar nog nooit zo vorstloos is geweest. Paul Scholten vind het positieve aan de vele warme dagen dat de gasrekening dit jaar laag blijft. Paul hoopt op een grote opkomst voor de volgende regio bijeenkomt omdat MeteoGroup zeer spontaan reageerde op zijn vraag om deze avond hierbij aanwezig te zijn. Youri uit Heten is vanavond voor de tweede keer aanwezig en melde dat ook bij hem een blikseminslag in september alle weerapparatuur uitschakelde. Maar gelukkig levert hij vanaf oktober weer de gegevens aan. Ook kwam hij met het mooie bericht dat hij lid wordt van de VWK. Ben Logtenberg hoopt nu toch eindelijk op een winter met flink wat sneeuw. Dan kan hij eindelijk zijn vorig jaar aangeschafte sneeuwfrees testen. Deze staat nog steeds ongebruikt in een hoekje in de schuur. Hij merkt ook op dat de terminologie van vroeger nu steeds minder wordt begrepen. Zoals klomphoogte en grondmist is koeien zonder poten. Wat zegt dat nu nog. Alles heet tegenwoordig storing zus en storing zo. De echte vaktermen gaan er steeds meer uit en dat zou jammer zijn.
Presentatie Na de pauze, waarin Tonny, een schitterende film toonde zet Otto zijn serie voordrachten voort met zijn eigen specifieke humoristische wijze. Deze avond ging het over ‘Byers en Braham storm project uit 1945-1949’ Bij dit project werden er voor het eerst metingen vericht in stormen door er met vliegtuigen doorheen te vliegen. Zo werden er voor het eerst cellen in een bui ontdekt die de bouwsteen zijn van de convectieve storm. Enkel humoristische uitspraken deze avond waren: ‘Het weer zit nu in de telefoon, vroeger in de lucht’, ‘Meteorologie gaat soms over mammatus maar niet over mama’, ‘Buien logica gaat over de ingrediënten logica’. We hebben allemaal genoten van zijn voordracht. De tweede voordracht deze avond werd gegeven door Jordi over zijn stage opdracht in Davao City in de Filippijnen. Het onderzoek hield in: Wat zijn de effecten door de klimaatverandering op het Microklimaat. Hij kwam erachter dat er geen waarschuwingen worden gegeven bij extreme regenval in de bergen waardoor de lager gelegen gebieden telkens overstromen. Het peil in een rivier kan in korte tijd wel twee meter stijgen. Zware tropische buien komen vele keren per jaar voor met overstromingen in de stad. De inwoners zijn dit normaal gaan vinden. Ook zorgt de smog in de stad ervoor dat er heftiger buien ontstaan. Bij 42 graden en een hoge luchtvochtigheid was het wel minder aangenaam in de middag. Door deze hitte in de stad zijn de buien veel heftiger en de neerslag veel extremer. Huizen die wegspoelen worden gewoon weer opgebouwd op dezelfde plek. Een van zijn tips was het opnieuw aanplanten van bossen in de hoger gelegen gedeelten en betere onderhoud van de tientallen weerstations in dit gebied.
Volgende vergadering De volgende bijeenkomst wordt gehouden op donderdag 8 januari 2015, 19:30 uur bij RTV-Oost in Hengelo (Overijssel). Deze avond zullen ook aanwezig zijn: Jordi Bloem en Reinout van den Born van Meteogroup. Het belooft een interessante avond te worden. Namens Regio Oost: Erwin Lankheet
|
|
|
|
|
|
|
|
|
26.10.2014 09:15:19 |
|
Erwin
|
Zaterdag 26 oktober het jubileumcongres bezocht van het VWK. VWK staat voor Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie en bestaat dit jaar (2014) 40 jaar. Opgericht door: Frank Nieuwenhuys, Harry Geurts, Martin Bosch, Wim van den Berg en Peter Paul Hattinga Verschure. Werkten in 1970 al samen in de 'Werkgroep Meteorologie' onder de jongerenwerkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde (NVWS).
Op de heenreis samen met Auke Veenstra eerst een bezoek gebracht aan Jordi Huirne te Ruurlo. Daar zijn weerstation bekeken op een mooie locatie midden in een weiland. In de grote stal was net een kalfje geboren. Blijft een mooi gezicht.
Het congres werd gehouden in de Educatorium van de Universiteit Utrecht. Vele VWK leden en diverse meteorologen hebben de jubileum bijeenkomst bezocht. Het was een gedenkwaardige dag met een hoog reünie gehalte. Ook waren aanwezig Helga van Leur, Jordi Bloem, Reinier van den Berg, Reinout van den Born, Johan Effing en Tom ten Hove. Enkele verzorgen op TV de weerpraatjes. Ook aanwezig was Luuk Verkoelen van HWA. Leuke en interessante gesprekken gevoerd met diverse personen en vele contacten gelegd.
Het werd een zeer interessante dag. Vooral het podiumdebat over ‘invloed van het weer en klimaat’. Veel opgestoken van de presentaties over diverse onderwerpen en lezingen waaronder ‘Klimaatscenario’s’ en de ‘Gladheidbestrijding en winterverwachting 2014/2015’ Ook interessant was de toespraak van de heer Gehard van der Steenhoven (Hoofddirecteur van de KNMI). De weeramateurs zijn in de toekomst ook welkom op het KNM. Verder staan er diverse projecten op stapel waarbij de Smartphone een grote rol zal gaan spelen. Een daarvan is het WOW project. De dag was eigenlijk veel te kort.
Onderstaande kwam ter sprake tijdens Klimaatscenario’s - De Groenlandse ijskap verloor sinds 2000 1500 gigaton aan ijs. In het jaar 2012 alleen al 570 gigaton. - De randen van de ijskappen verliezen veel ijs. Landinwaarts is er niets aan de hand. - De stijging van de zeespiegel is nu 3.3mm per jaar. Verwachte stijging in 2100 is tussen 60cm en 160cm. Nederland zou er dan wel eens heel anders uit kunnen zien. - De klimaat effecten in Nederland zijn: Extreme droogte en neerslag. Temperatuur (Hitte) en vocht. Schimmels en infecties van gewassen. Wind en windstormen. Onweer en hagel. Verzilting. - De opwarming zet door. Verwachte temperatuurstijging tussen de 1.5 en 6 graden tot 2100. - De Gemiddelde wintertemperatuur blijft stijgen Van nu 3.5 graad naar mogelijk 8 graden. - Aantal graaddagen zal afnemen. Gunstig voor de stookkosten deze dalen. - De klimaatverandering is desastreus voor de koffieplanten. Zijn extreem gevoelig voor temperatuur stijging.
De slotfilm over ‘de vier jaargetijden’ die er werd vertoond kun je terugvinden op het Belgische weerwoord forum.
Ook de KNMI feliciteert de weeramateurs. Zie deze link.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
19.02.2014 18:18:43 |
|
Erwin
|
Erwin Lankheet In 1993 ben ik begonnen met de aanleg van een fruitboomgaard wat is uitgegroeid tot 130 soorten fruitbomen waaronder appel, peer, pruim, kers, kweepeer, mispel, walnoot en tamme kastanje. Je gaat je verdiepen in fruitbomen en het fruit en zo kwam ik er al snel achter dat honingbijen zeer belangrijk zijn voor de bevruchting van de fruitbloesems en uiteindelijk de kwaliteit van het fruit. In 1996 werd een cursus Bijenhouden gevolgd waarna de eerste bijenvolken medio 1996 bij de boomgaard kwamen staan. Gaandeweg kom je erachter dat het gedrag van de honingbijen bepaald wordt door vele factoren.
In de natuur zijn vele biologische systemen afhankelijk van het weer. Bekijk maar eens hoe afhankelijk, wij mensen, zijn van het weer. Bij een bepaald weertype lopen wij al snel een verkoudheid op. Vriest het hard dan lopen wij kans op onderkoeling of bevriezingsverschijnselen. Werken wij zomers te lang in de felle zon dan lopen wij kans op hittestress of oververhitting. Ook insecten waaronder de honingbij zijn afhankelijk van het weer. Dit artikel gaat over de honingbij en dan met name de invloeden van het weer op het gedrag van de honingbij.
|
|
|
Afbeelding-01. Bij op Krokus |
Afbeelding-02. Bij op wilg |
Afbeelding-03. Bij op kers |
Wat zijn honingbijen ? Bijen zijn van die kleine rot vliegjes die kunnen bijten. Aldus volgens onze kinderen in hun jonge jaren.
Honingbijen zijn net als hommels en mieren sociale insecten die bij elkaar leven in een grote groep. Een bijenvolk noem je eigenlijk een Imme. Je kunt een bijenvolk zien als een dier of een wezen. In het oude Egypte van 5000 jaar geleden was de bij een goddelijk dier dat een belangrijke plek in de eredienst en cultus innam. Honing werd als geneesmiddel of offergave gebruikt, en was zo kostbaar dat een vaatje honing evenveel waard was als een rund of ezel.
Een bijenvolk bestaat uit een koningin die haar hele leven niets anders doet dan eitjes leggen, de mannelijke bijen (darren) die alleen een rol spelen bij de bevruchting van de koninginnen en de werksters (vrouwelijke bijen) voor het schoonmaken van het nest, temperatuurregulatie, ventilatie, voederen van de larven, verdedigen van het nest en het halen van water en voedsel. Honingbijen bouwen raten van was, die uit zeshoekige cellen bestaan. Alleen al door de geavanceerde architectuur van het nest hebben honingbijen al sinds mensenheugenis diep respect afgedwongen. Een sterk volk bestaat tijdens de zwermtijd, rond mei, uit: 1 koningin. 1 – 15 koninginnen in dop, 1000 darren, 30.000 – 60.000 werkbijen en 50.000 – 70.000 cellen met broed. In de winter bestaat een volk uit: 1 koningin en 15.000 werkbijen. Ik kan hier vele pagina’s mee vullen maar meer informatie kunt u vinden op de site: imkervereniginghaaksbergen Invloed van het weer op de honingbij Maar wat heeft het weer nu te maken met de bij zult u denken. Het wel en wee van de bijen staat of valt met het weer. De levenswijze van de bij is zeer afhankelijk van de gedragingen van het weer. Om dit uit te leggen beginnen wij bij de start van het bijen- imkerjaar met: “Het inwinteren”.
Inwinteren Het imkerjaar begint eigenlijk met het inwinteren (door de imker) van zijn bijenvolken rond begin augustus na de laatste honingoogst. Het inwinteren bestaat uit het voorbereiden van een bijenvolk op de komende winter. Daarvoor worden slechte ramen vervangen, eventueel sluitblokken geplaatst aan de zijkanten in de bijenkast en de afgenomen honing, de winter voorraad van de bijen, wordt vervangen door een suikeroplossing.
Bij het afnemen van de daglengte en temperatuur medio augustus zal het bijenvolk winterbijen voortbrengen. Deze winterbijen zijn zeer belangrijk voor een bijenvolk omdat zij ervoor zorgen dat na de winter het volk levensvatbaar is en blijft. Een van de factoren die een rol speelt bij de vorming van winterbijen is de temperatuur van het broednest. In verband met de vorming van de winterbijen laten de werksters de temperatuur in het broednest dalen, soms wel tot 27°C. Een verpopping bij een temperatuur van 35°C levert kortlevende zomerbijen op, een verpopping bij een lagere temperatuur geeft langlevende winterbijen. De bijen die in het voorjaar en in de zomer geboren worden, bereiken een leeftijd van zes weken doordat ze hard werken slijten ze snel en sterven dan eerder. Vanaf augustus worden de winterbijen geboren, die kunnen wel 6 maanden oud worden. Eind oktober is de populatie winterbijen, die de winter moet overleven nagenoeg opgebouwd.
Een kort stukje over de varroamijt. Tijdens het inwinteren is het belangrijk om de bestrijding van de varroamijt te starten. De grote plaag van de bijenteelt op dit moment is deze varroamijt, een klein, achtpotig diertje. Tijdens de beginjaren 80 vorige eeuw overspoelde deze parasiet vanuit Duitsland ook België en Nederland. Sindsdien is geen enkel bijenvolk in de lage landen vrij van varroamijt. De imker ziet zich verplicht zijn bijenvolken te behandelen tegen de varroamijt, wil hij ze behouden.
|
Afbeelding-04. Varroamijt op larf |
Overleving 'in het wild' is dankzij de varroamijt niet meer mogelijk. Rond augustus, bij de geboorte van de eerste winterbijen, dat doorloopt tot half oktober, neemt het besmettingspercentage van de mijten in het broed sterk toe. Dit wordt mede veroorzaakt doordat het broednest kleiner wordt en ertoe leidt dat een steeds groter deel van het broed besmet wordt met de varroamijt. Dit valt precies samen met de vorming van de winterbijen. Vindt het bestrijden niet plaats dan overwintert de varroamijt op de bijen en vormt het in het voorjaar een bedreiging. Als namelijk de koningin in januari weer begint met leggen zullen de overgebleven mijten massaal in deze cellen duiken zodat van dit kleine broednest niets terechtkomt en het volk niet zal groeien. Zelf gebruik ik Thymovar voor het bestrijden van de varroamijten. Tijdens deze bestrijding is de omgevingstemperatuur heel belangrijk. Pas je de bestrijding toe bij een buitentemperatuur hoger dan 30°C dan treedt er stress op in het bijenvolk met extra sterfte tot gevolg. Als de gemiddelde buitentemperatuur lager is dan 15°C dan neemt de werkzaamheid van dit middel af. De beste werking verkrijgt men bij een buitentemperatuur tussen 20 - 25°C.
Aan het eind van de herfst als de koningin geen eitjes meer legt, er voldoende wintervoer is opgeslagen, en de buitentemperatuur blijft overdag beneden de 10°C dan vormen de bijen een wintertros. Dit jaar, 2013, liep op 26 oktober de buiten temperatuur zelfs op tot 19.6°C waardoor de bijen zelfs nog met stuifmeel terug kwamen. In de volken was er nog lang geen sprake van wintertros vorming en zaten de bijen nog los van de wintertros. Op 30 oktober bij een temperatuur van 12.9°C vlogen de bijen ook nog en kwamen zelfs terug met stuifmeel. Bij uitzonderlijke lange zomers met veel warme dagen tot ver in de herfst kunnen problemen optreden. De kans is dan groot dat jonge bijen door de lange warme herfst haalbijen worden in plaats van winterbijen. Deze haalbijen gaan dan halfversleten de winter in en een vroege dood tegemoet. Begin april zullen deze volken dan zo groot zijn als een vuist.
Een slechte ontwikkeling van het bijenvolk in de maanden augustus, september en oktober kan er toe leiden dat het volk in november al over te weinig winterbijen beschikt om als eenheid te kunnen overwinteren. Een mogelijke voorbode voor de wintersterfte of verdwijnziekte.
Winterzit Bijen houden geen winterslaap. In de winter zitten de bijen dicht opeen en vormen een bol. De zogenaamde wintertros. De bolvorm heeft het kleinste oppervlak in verhouding tot zijn inhoud. Het warmteverlies wordt daardoor tot een minimum beperkt. De wintertros heeft van de winterkoude niet te lijden. De grootte van de tros hangt af van de temperatuur buiten de woning. Bij strenge koude zitten de bijen dicht bij elkaar, een kleine tros met weinig warmteverlies, bij minder koud weer zitten de bijen losser, en is de tros groter van omvang. Zo houden ze elkaar lekker warm. De temperatuur in het binnenste van de tros blijft 14-25°C. Bij strenge vorst kan het zelfs aan de buitenkant vriezen. De werksterbijen zijn voortdurend in beweging en bewegen zich van binnen naar buiten. Ze nemen voedsel op van de aangelegde voorraad en geven dit aan elkaar door. Na een tijdje worden de buitenste bijen afgelost door opgewarmde, bijen die van binnenuit naar buiten gaan. Heel langzaam, bijna onzichtbaar bewegen de bijen zich door de tros. Dat het volk warm blijft, komt doordat in de buitenste laag de bijen zo goed tegen elkaar aanzitten dat de warmte nauwelijks ontsnapt. En doordat het volk, verspreid door de wintertros, zogenaamde verwarmingsbijen heeft. Dit zijn werkbijen die zichzelf warm stoken. Door de werking van de vleugelspieren in het borststuk kan de temperatuur van dit lichaamsdeel stijgen tot 41°C (de kop en het achterlijf blijven koud). Deze warmte verspreidt zich door de tros. Een volk kan zo een buitentemperatuur tot -35°C overleven, mits er voldoende wintervoorraad is. Het is wel zo dat naarmate het kouder wordt, ze meer geluid produceren, omdat meer verwarmingsbijen dan actief worden.
De winter gaat verder en het bijenvolk eet heel langzaam van haar wintervoorraad. Al die tijd zitten de bijen op een tros. Alleen een werkbij die weet dat ze gaat sterven, zal de tros verlaten en proberen
|
Afbeelding-05. De wintertros |
naar buiten te gaan. Als het vriest zal ze al gauw verkleumen en in de kast sterven. Tijdens de winterzit vermindert de voorraad steeds; in de koudste periode ongeveer 1 kg per maand.
De imker zorg zoveel mogelijk voor een ongestoorde winterrust op een droge plaats. Zowel verstoring van de winterrust als ook een vochtige omgeving kunnen leiden tot darmaandoeningen bij de bijen.
Na het inwinteren en tijdens de winterzit hoeft de imker niets te doen met zijn bijenvolken. Zo af en toe kijken hoe de kasten erbij staan, vooral na hevig sneeuwval even de vliegplank sneeuwvrij maken. De kasten worden niet open gemaakt in verband met de lage temperaturen. Daarom houd de imker de activiteiten op de vliegplank en de bodemlade goed in de gaten. Door het gebruik van een doorzichtige plexiglasplaat in plaats van de traditionele houten dekplank, onder een goed geïsoleerd dak, is goed te zien hoe de bijen zich tijdens de winterperiode houden. Zie Afbeelding-05 genomen op 4 januari 2011. Wordt het in het voorjaar warmer dan kun je door het plexiglas ook mooi zien hoe de bijen van de wintertros los komen zonder de kast te openen. De aanwezigheid van nog verzegeld wintervoer is door het plexiglas ook goed te zien en te controleren. Een andere manier om de wintervoorraad aan voedsel te controleren is het optillen van de achterkant van de kasten. Juist door het gewicht van meerdere kasten te vergelijken zijn de mogelijke probleemgevallen er eenvoudig uit te halen.
Tijdens de winterperiode kan het nodig zijn de varroamijt voor de tweedekeer te bestrijden. De winterbestrijding van varroamijt vindt dan plaats met oxaalzuur en moet geschieden voordat het eerste broed in het volk komt. Daar dit ook afhankelijk is van de weersomstandigheden is hiervoor geen vaste datum te noemen. Uiterlijk half januari lijkt een goede richtlijn. Oxaalzuur is ongelofelijk effectief. Pas je het op de juiste manier toe dan is er absoluut geen gevaar. Je kunt het oxaalzuur druppelen, nevelen of verdampen. De druppelmethode is daarbij het eenvoudigst en het minst gevaarlijk voor bij en imker. Dit voor bijen moeilijk te verwerken zuur dient gelijkmatig en opgewarmd (35° C) over de bijentros verdeeld worden, door het zowel op de met bijen gevulde straatjes in de bovenste als ook in de onderste broedkamer te druppelen. Ook bij deze behandeling ben je weer sterk afhankelijk van de buitentemperatuur. De bijen moeten zo dicht mogelijk in tros zitten dus een buitentemperatuur lager dan 8°C is wenselijk. We gebruiken dit middel in broedloze perioden omdat het niet doordringt in de gesloten broedcellen. Tijdens de behandeling mag de buitentemperatuur niet lager zijn dan 0°C. Bijvoorkeur behandelen bij een buitentemperatuur van ongeveer 5°C - 8°C. De behandeling is uitermate effectief en doodt 90 – 93% van de varroamijten. Een goede aanzet van het eerste broednest in het aankomend voorjaar blijft gegarandeerd.
Als er een dag komt waarbij de temperatuur boven de 9°C stijgt, komen de bijen naar buiten, vliegen uit en ontlasten zich. Boven de 15°C vliegen ze massaal uit en vindt de zogenaamde reinigingsvlucht plaats. Deze vlucht duurt meestal niet langer dan een uur. Al die tijd dat de bijen stil zaten in de kast en voedsel opnamen, kwamen de onverteerbare bestanddelen in de endeldarm. Wordt tijdens deze periode de witte was in de zon te drogen gehangen dan zul je vaak lichtbruine vlekken (uitwerpselen) op het wasgoed vinden die van deze bijen komen.
|
Afbeelding-06. Reinigingsvlucht
|
Vaak verwijderen ze ook de gestorven bijen vanaf de bodemplank. Daarna komen ze weer tot rust. Het is zelfs zo dat als het een paar dagen later weer lekker weer is, de Imme rustig in de kast blijft. Soms zie je enkele bijtjes even vliegen, maar de massa blijft binnen. Er liggen altijd wel enige dode bijen voor de kast. Dit is niet verontrustend. De dode bijen vormen voedsel voor vogels.
Bij sterke zonnestraling op sneeuw worden bijen door de ontstane schittering naar buiten gelokt. Deze bijen verkleumen vaak in de sneeuw. Door het vlieggat tijdelijk te sluiten of de kasten af te dekken met een plank kan dit voorkomen worden. Het weer en de daglengte hebben in het voorjaar zeer veel invloed op het gedrag van de bijen. Bijen vliegen pas bij een temperatuur van meer dan 9 graden. Vooral in het voorjaar wil dit nog wel eens problemen geven bij dagen met zonnige perioden en dat kan vervelend uitpakken. Er valt vroeg in het voorjaar nog weinig te halen zoals stuifmeel en nectar. Daarbij kunnen dan zeer veel bijen sterven doordat ze niet meer terug kunnen keren naar de kast door verkleuming. In zo’n situatie zal het aantal bijen snel verminderen en de voedsel voorraad snel afnemen.
Hoe verliep het voorjaar voor de afgelopen jaren 2013, 2012 en 2011 ? |
|
|
2013 |
|
3 januari |
11.3°C. Bijen vliegen |
4 januari |
9.0°C. Reinigingsvlucht zie Afbeelding-06 |
11 januari |
Vorst periode tot 27 januari |
4 februari |
9.0°C. Bijen vliegen. Reinigingsvlucht |
5,6 maart
|
17°C. Bijen vliegen. Reinigingsvlucht |
8 april |
Na 8 april is het gebeurd met de vorstperiode en stijgt de temperatuur door naar 20°C op 14 april |
|
|
2012
|
|
1 januari
|
13.1°C. Bijen vliegen. Reinigingsvlucht |
2 januari
|
3.3°C. Door de sterke zon en schittering vliegen er vele bijen. De meeste bijen die uitvliegen. De meeste bijen die uitvliegen zullen verkleumen en sterven. Doordat er soms wolken voor de zon verschijnen gaan de bijen schuilen en raken zo onderkoelt. |
29 januari
|
De vorstperiode valt in en duurt tot 13 februari (-15°C). Voor de bijen is dit een perfecte situatie. Bijenvolk zit als een bol bij elkaar. Sterfte is minimaal en voeropname ook. Alleen helaas door de warme januari maand is er al broed in de kast en dat broed moet continue verzorgt worden. Dat kan problemen opleveren daar de bijen altijd het broed van voedsel voorzien en niet meer het voer doorgeven in de wintertros. Door de zachte winter begint de wintervoorraad in de bijenkasten al aardig te slinken. Ze moeten nog een dikke maand volhouden tot de eerste wilgendracht. |
22 februari |
10°C. Bijen vliegen. Reinigingsvlucht |
26 februari
|
12°C. Bloei van de krokus. Bijen vliegen zie Afbeelding-01. Deze middag was warm, zonnig en de bijen vlogen voor het eerst weer massaal. Zelf de eersten keerden terug met stuifmeel van de bloeiende krokussen. |
15 Maart |
16.8°C. Bloei van de wilg. Bijen vliegen zie Afbeelding-02. Maart verliep warm tot 20°C. Zeer belangrijk is een goede (wilgen)dracht rond de bijenstal. Er is nu broed in de kasten aanwezig en dat heeft behoefte aan vers stuifmeel. |
16 april |
10.9°C Bloei van de kers. Bijen vliegen zie Afbeelding-03. Helaas is de temperatuur over de periode 3 april tot 17 april, overdag niet boven de 13°C gekomen. Daardoor werden de bloemen van de kersen maar mondjesmaat bestoven door de bijen en dan nog alleen tijdens de zonnige perioden. Een appel/peer heeft vijf zaadholten die elk twee pitten kunnen bevatten. Dus bij goede bestuiving heeft een appel/peer tien pitten. Normaal zullen dit er 4 of 5 zijn. Bij slechte bestuiving 2 pitten of minder. Hoe meer pitten, hoe mooier de vrucht, hoe lekkerder de vrucht, hoe langer houdbaar. Appel en peer hebben 10 vruchtbeginselen. Worden zij alle 10 goed bestoven dan heeft de vrucht 10 pitten. De kers en pruim hebben maar 1 vruchtbeginsel. Wordt deze bestoven dan is er maar 1 steen dus een vrucht. |
|
Afbeelding-07. Vorstschade aan bloesems |
17 april |
Afgelopen nacht heeft het goed gevroren. Het werd een vorstdag met een minimum temperatuur van –2.3°C. Op klomphoogte daalde de temperatuur zelfs tot –3.4°C. De in bloei staande kersen hebben forse schade opgelopen. Zie Afbeelding-07. |
22 april |
Onder de bijen speelt zich nu een klein drama af en dat heeft alles te maken met de huidige weersomstandigheden. Door het koude weer hebben de bijen het nu heel moeilijk. Sommige volken worden nu niet groter maar nemen zelfs in aantal bijen af. Dit heeft te maken met het koude weer. Veel bomen staan nu in bloei en als de zon maar even schijnt vliegen ze massaal uit. Maar als de zon even weg is, daalt de temperatuur en doet de koude wind de rest. De bijen worden overvallen door de kou en verkleumen tijdens het bloembezoek. Daardoor bereiken deze bijen de kast niet meer en sterven ze door de koude. Helaas moet ik ook constateren dat de kasten niet zwaarder worden maar zelfs lichter. Bij mede imkers was het niet veel beter. Er sneuvelden ook daar zeer veel bijen door de huidige weersomstandigheden. Begin januari nog 20.000 bijen. Op 22 april nog enkele honderden. Het goede vliegweer moet nu niet meer te lang wegblijven. Gelukkig werd de laatste week van april warmer met uitschieters naar 23 graden op Koninginnedag. |
|
Afbeelding-08. Bijen vliegen in de sneeuw |
2011 |
|
2 januari |
4°C. Bijen vliegen bij sneeuw en zon. Zie Afbeelding-08 |
8 januari |
12.0°C Bijen vliegen deze maand en dat kan vervelend uitpakken. Er valt op dit tijdstip nog niets te halen geen stuifmeel en nectar. Daarbij kunnen dan zeer veel bijen sterven doordat ze niet meer terug kunnen keren naar de kast door verkleuming. In deze situatie zal het aantal bijen snel verminderen en de voedsel voorraad afnemen. Dit kan problemen opgeven als nu een vorstperiode invalt. |
27 januari
|
De vorstperiode van enkele dagen |
Vanaf 1990 is de gemiddelde temperatuur (in Haakbergen) toegenomen met 1°C (van 9.4°C naar 10.4°C). Of dit komt door de klimaat verandering ? Ik weet het niet. Het valt mij wel op dat dit samen valt met de warme start van het nieuwe jaar de afgelopen drie jaren.
Pas als het Driekoningen (6 januari) is geweest, gaat de koningin, bij stijgende buitentemperaturen beginnen met het leggen van eitjes waardoor er weer een broednest in het bijenvolk ontstaat. Midden in de wintertros belegt ze een paar cellen. Niet zo veel, maar ze hebben grote gevolgen voor het volk. Op de plaats waar de eitjes gelegd zijn, moet de temperatuur stijgen naar 35°C, de broednest temperatuur. Zodra er weer broedcellen gesloten worden, maken de aanwezige varroamijten hiervan gebruik om zich hierin te nestelen met alle gevolgen van dien. Daarom is het ook zo belangrijk dat er zo min mogelijk mijten in het volk aanwezig zijn in de winterperiode.
Als na drie dagen de larfjes uit de eitjes kruipen, moeten ze gevoerd worden door de werkbijen. Dit alles kost veel energie en we zien dan ook dat vanaf deze tijd de wintervoorraad steeds sneller krimpt. Het verwarmen van het nest doen ze door te trillen met hun vliegspieren waarbij ze zich tegen het broed aandrukken om de warmte uit de vliegspieren over te dragen aan het broed. De temperatuur kan ook te ver oplopen. Net als zoogdieren moet het bijenvolk zich dan koelen door het verdampen van water. Als je nu je hand op de dekplank legt kun je aan een eventuele warme plek voelen of er broed aanwezig is. De uitbreiding van het broednest gaat vrij regelmatig, bij goede dracht en goed weer in februari tot maart legt de koningin (moer) veel eitjes. Bij slecht weer wordt de moer minder sterk door de bijen gevoerd en vermindert het leggen van eitjes. Alles gebeurt instinctief. Vroege voorjaarsbloeiers zoals de wilg, krokus, sneeuwklokje, winterheide, leveren zeer vroeg vers stuifmeel als voer voor de jonge larfjes. Naast warmte en water (bij een vorstvrij periode) de belangrijkste benodigdheden in deze periode.
In februari 2013 ben ik gestart met het wekelijks tellen van de varroamijten val op de bodemplaat met daaraan gekoppeld de wekelijkse gemiddelde buitentemperaturen van minimum, gemiddeld en maximum buitentemperaturen. Er was een vermoeden dat de val in het voorjaar afhankelijk was van de buitentemperatuur. Deze telling met temperatuur meting heeft dit bevestigd. Zie Afbeelding-09. 8 augustus tot 5 november en eind december heeft de varroamijtbestrijding plaatsgevonden wat ook goed is terug te zien in de grafiek
|
Afbeelding-09. Mijtval 2013 per week
|
Uitwinteren Als de volken zijn ingewinterd op twee kamers, is het in maart een goede tijd om de onderste kamer weg te nemen. De volken zijn nu zo klein dat ze aan één broedkamer genoeg hebben. Vaak kan de onderbak weggenomen worden zonder het volk te hinderen. Deze onderste bak is vaak leeg en de bijen zitten massaal in de warme bovenste bak waar ook het broednest plus voer zit.
De eerste voorjaarsinspectie zal plaats vinden begin april wanneer de buitentemperatuur hoger is dan 17°C (12°C a 13°C in de schaduw) het is windstil en dat het liefst enkele dagen achter elkaar, in verband met broed in alle stadia (BRIAS) in de volken. Tevens dient er al dracht te zijn. De bijen dienen voldoende stuifmeel / nectar binnen te halen. Dit is ook het moment dat de paardenbloemen bloeien. Is dit moment aangebroken dan wordt de bodemplaat met schuiflade en vliegplank vervangen door een schone lade met vliegplank. Teveel aan ramen met wintervoer worden vervangen door kunstraat. Deze kunnen later gebruikt worden voor vegers of geschepte zwermen. Ramen die voor een gedeelte aan de onderkant zijn afgeknaagd door de bijen, of muizen, worden vervangen door kunstraat ook al zit er eitjes of broed in. Dit geld ook voor raampjes waar het licht niet meer doorheen schijnt. Het bijenvolk zal onder de juiste weersomstandigheden dit gemis snel weer aanvullen.
Lente- zomerhandelingen Midden april wordt het complete volk overgeplaatst in een schone kast. Bodemplaat is niet nodig, deze is al vervangen bij de eerste voorjaarsinspectie. Vanaf nu wordt periodiek het volk gecontroleerd of deze nog voldoende ruimte heeft. Is er ruimtegebrek dan plaats de imker er een broed- of honingkamer erbij om ruimte te geven. Wanneer er een bijenvolk aan de onder en bovenkant uitbouwt, wegens ruimtegebrek, dient er een bak bijgeplaatst worden. Als regel is het rond de tijd van de kersenbloei (april) nodig om ruimte te geven. In mei moet men dan voor de tweede keer ruimte geven en soms zelfs nog voor de derde keer. Als er een tweede bak bijgeplaatst wordt, dan worden in deze bak enkele broedraampjes in het midden bij geplaatst uit dit volk. Verder wordt deze bak aangevuld met enkele uitgebouwde ramen, kunstraten en sluitblokken.
In de zomerperiode kunnen bijenvolken sterk vervliegen op bijenstanden van vijf of meer volken bij elkaar. Terugkerende haalbijen gaan vaak de eerste bijenkast op een bijenstand binnen. Haalbijen met veel nectar en/of stuifmeel zijn bij ieder bijenvolk welkom. Hierdoor worden bijenvolken die links of rechts aan de buitenkant van de bijenstand staan, veel sterker dan de volken midden in de rij. Dit vervliegen kan beperkt worden door de vliegplanken verschillende kleuren te geven. De kleuren geel, blauw en wit worden door het bijenoog het beste onderscheiden en zijn hiervoor het meest geschikt. Een mooi klusje voor de winter.
Water is altijd onmisbaar vooral in het voorjaar en de hete zomer. Ook moet er altijd water dichtbij de bijenstal aanwezig zijn, zonder verdrinkingsgevaar. Een goede bijenkroeg is geen luxe. Stilstaand water dient men regelmatig te verschonen vanwege mogelijke verontreiniging door bijen- en vogelontlasting. Maak de drinkplaats bij voorkeur op een zonnige plaats. De voorliefde voor bijvoorbeeld composthoopwater zou wel eens kunnen komen doordat het water daar warmer is, en niet de aanwezige zouten.
|
Afbeelding-10. Water haalster
|
Bijen kunnen ook aangeven hoe koud of warm het is. - Als het buiten koud is en je ziet geen bijen weet je dat het kouder is dan 9°C. - Is het buiten warm en je ziet geen bijen weet je dat het warmer is dan 37°C. - Een bij houd namelijk op met werken als de temperatuur lager is dan 9°C of hoger dan 37°C. - Een bij vliegt het vlijtigst bij 23°C - 25°C.
Bijen kunnen ook uitstekend aangeven of wij regen of onweer kunnen verwachten. Zij worden dan een beetje vervelend als je dan rond deze periode in de buurt van de bijenkasten komt. Als er regen / onweer in de lucht zit of verwacht wordt, moet je niet in de bijen werken. Ze kunnen daardoor extra agressief worden. Dit geld ook bij temperaturen boven de 30 graden.
De varroamijt, daar heb je haar weer, wordt in het voorjaar en de zomer door mij bestreden met de zogenaamde darrenraat methode van april tot juni. Hiervoor wordt een broedkamer raam voorzien van een kunstraat van darreraat formaat. Op dit raat bouwen de bijen alleen maar darrencellen waarin de mijten sneller gaan zitten dan in de werkstercellen. Zodra de meeste cellen op dit raam zijn gesloten neemt de imker dit raam uit en vervangt het door een ander raam met darreraat. Het verwijderde raam met het darrenbroed wordt 24 uur in de diepvries gelegd waardoor de mijten bevriezen en sterven. Daarna wordt dit raat aan de kippen gegeven. Ze zijn er verzot op. Zelf gebruik ik de darrenlarven ook voor de opfok van jonge zangvogels. Uiteraard wordt het raam dan niet in de diepvries geplaatst.
Zou de nesttemperatuur in een bijenkast tijdens intensieve hitte oplopen tot ruim boven de 35 graden dan ontstaat het gevaar dat honing gaat vloeien, hetgeen eveneens ten koste kan gaan van het broed. Controleer je op zo’n bloedhete zomerdag de bijen, dan zie je dat de bijen massaal ventileren, zelfs op de raampjes met raatwerk. De beschikbaarheid van water in de naaste omgeving is hierbij onmisbaar. De bijen werken daarbij intensief aan de verdamping van het water in de kast dat zorgt voor verkoeling en luchtverversing tijdens hete zomerse perioden.
|
|
Afbeelding-11. Bij zeer droge Zomers willen de bijen nog wel eens snoepen van vruchten die beschadigd zijn door vogelvraat |
Afbeelding-12. Baardvorming voor de kasten Bij hoge temperaturen 34 graden rond 20:00 uur ’s avonds op 19 augustus 2012 |
Zwermen Wanneer een broedbak vol zit met honing (20 Kg) blijft er niet veel ruimte over voor de koningin om eitjes te leggen. Ze is dan afhankelijk van het broed dat uitloopt in de andere bak, waardoor er cellen vrijkomen. Op het moment dat een mooie dracht begint bij voldoende hoge temperaturen, kunnen de haalbijen hun nectar niet kwijt en gaat de opslag van voedsel boven het broeden, de honing wordt dan her en der in het broednest opgeslagen.
Tijdens een goede dracht gaat een volk niet zwermen, dat kan later als de oogst is veiliggesteld. De uitlopende bijen hebben nauwelijks werk aan de verzorging van het broed, want dat is er weinig, ze ontvangen de binnenkomende nectar, verzegelen de cellen als de honing rijp is en schakelen op jonge leeftijd over op het binnenhalen van de dracht. En zo ontstaat er een groot volk dat eigenlijk geen kant meer op kan. Zijn er dan ook nog eens voldoende darren dan zal een volk snel gaan zwermen.
Het zwermen van een volk is niets anders dan het vermeerderen van de bijenvolken. Het volk splits zich als het waren in tweeën. De ene helft vertrekt met de oude koningin (de zwerm), voordat de eerste jonge koningin wordt geboren. De andere helft blijft achter met een nieuwe jonge koningin. De jonge koningin kan nog niet meteen eitjes leggen, ze dient eerst nog bevrucht te worden door de darren. Dat gebeurt bij droog, zonnig en warm weer hoog in de lucht. Soms wel op een hoogte van 20 meter. Als de koningin uitvliegt om te gaan paren, noemt de imker dat de bruidsvlucht. Op dit moment vind er een onderzoek plaats of en hoeveel de weersomstandigheden van invloed zijn op de bevruchting van de koningin en de hoeveelheid levende dan wel dode spermacellen.
|
|
Afbeelding-13. Een zwerm |
Afbeelding-14. Zwerm hangt aan een tak |
Een voorzwerm (eerste zwerm) komt alleen bij zonnig en warm weer af, meestal tussen 11 — 12 uur en beschikt over de bevruchte, oude, koningin. Deze zwerm zie je vaak hangen in bomen en wordt geschept door de imker. Hij heeft dan een nieuw volk. Zie Afbeelding-13 en 14 op 27 mei 2010 13:27 uur. De nazwerm (tweede zwerm) die af kan komen na de voorzwerm, als de imker niet ingrijpt, is een zwerm met een jonge onbevruchte koningin.
Honingoogst De zomerhoning wordt eind juli na de lindedracht s’ morgenvroeg voor 9 uur geoogst bij droog weer, daarna kan er geslingerd worden. Voor 9 uur: omdat s,nachts de bijen de binnengekomen nectar van de afgelopen dag indikken terwijl er geen nieuwe voorraad binnen komt De luchtvochtigheid dient het liefst zo laag mogelijk te zijn omdat honing hygroscopisch is waardoor het graag vocht uit de lucht opneemt. Het slingeren gaat als volgt: De ontzegelde raampjes worden in de slinger geplaatst, zet een schone emmer onder de aftapkraan van de slinger en open deze kraan. Slinger eerst even de ene kant en daarna de andere kant van de raampjes. Daarna beide kanten helemaal leeg slingeren. Deze methode voorkomt dat de raat uit de raampjes geslingerd wordt. Tijdens het slingeren zal de honing via een zeef in de emmer lopen. Door een grove zeef toe te passen worden alleen de wasdeeltjes en eventuele bijenresten tegengehouden. Zodoende worden niet alle waardevolle bestandsdelen gezuiverd zoals de pollen en krijgt men een zo natuurlijk mogelijk product. Namelijk hoe fijner de zeef hoe meer pollen er worden uitgezeefd. De geslingerde ramen kunnen worden teruggeplaatst in de volken en worden dan herstelt en schoongelikt door de werksterbijen. Een volledig gesloten broedkamer raam is goed voor 4 a 5 potjes honing. Een volledig gesloten broedkamer bak levert rond de 20kg honing op. In 1 potje gaat ongeveer 450 g. Totaal dus 44 potjes.
Na de zomeroogst is de cirkel rond en begint de imker weer met het inwinteren.
Aardstralen Een afkomende bijenzwerm land niettemin nagenoeg altijd boven op een kruisingen van aardstralen (Geopatische stoorzones). Bijen staan daar en tegen ook bekent als straalzoekers. Waarom doen zij dit ? Deze plek verschaft de bijen namelijk een natuurlijke vorm van ‘airconditioning’. Deze zones worden namelijk vanwege hun stralingsactiviteit, afkomstig uit moeder aarde, gekenmerkt door een sterke afbuiging van energie, met name van warmte. In dergelijke gevallen spreekt men in ons land ook wel van typische plekken waar je altijd koude voeten krijgt of zogenaamde hinder van koude - optrek. Van kasten geplaatst op een stoorzone wordt de warmte in de kast beperkt bij grote hitte en zodoende massaal ventilerende bijen, zodat de haalbijen optimaal beschikbaar zijn om nectar te oogsten. Zulks kan leiden in een 30% hogere opbrengst. Tijdens overwintering is het echter niet wenselijk, zelfs te ontraden om een volk boven aardstralen te plaatsen. De bijen zullen tijdens de winterzit veel te onrustig blijven en daardoor sterven. Ook een mogelijke oorzaak van de wintersterfte of verdwijnziekte ?
Een wolk dansende muggen wordt altijd boven kruisingen van aardstralen aangetroffen. Daar en tegen liggen koeien in de stal nooit op kruisingen van aardstralen. Dit even terzijde.
Temperatuurverloop in een bijenkast het gehele jaar door Van 2000 tot en met 2003 heb ik een temperatuurmeting uitgevoerd in één van de bijenkasten in combinatie met de buitentemperatuur. Zie Afbeelding-15. Dagelijks, s’ morgens, s’ middags en s’ avonds, werden handmatig drie temperaturen genoteerd. De bedoeling was om hieruit op te kunnen opmaken: is er wat met het volk aan de hand, wanneer komt er een zwerm en gewoon uit belangstelling. Helaas ging dit volk niet zwermen gedurende de meetperiode. Je kon aan de meetgegevens mooi zien wanneer er in het voorjaar weer broed aanwezig is. De temperatuur tussen de eerste en tweede bak ligt na 1 maart rond de 33°C ondanks dat de buiten temperatuur varieert tussen de –3°C en 29°C. Een knap staaltje vakmankunst van die kleine wondertjes. Tussen 9 december 2000 en 13 februari 2001 kun je aan de temperatuurverloop zien dat er geen tot nagenoeg geen broed aanwezig is in het bijenvolk. De temperatuur in de kast midden in de wintertros zonder broed is 14 - 25°C met broed 35°C ook al vriest het buiten -15°C.
|
Afbeelding-15. Temperatuurverloop in een bijenkast het gehele jaar door |
Dankzij deze meting ben ik in 2008 in het bezit gekomen van mijn eerste weerstation de Oregon WMR 200 die in 2012 werd vervangen door een Davis Vantage pro 2. Het was de bedoeling om de temperatuur sensor van de Oregon in de bijenkast te plaatsen zodat het mogelijk werd om de temperatuurmeting te automatiseren. Maar dat was helaas niet mogelijk. Zodoende werd Weerstation Haaksbergen een feit.
Fenologische verschijnselen met betrekking tot het bijenjaar 2010, 2011, 2012 en 2013 Als slot van dit artikel de fenologische verschijnselen met betrekking tot de honingbijen die genoteerd zijn in de jaren 2010 tot en met 2013. Fenologie is de studie van het jaarlijks terugkerend verband tussen het weer en natuurverschijnselen.
Temp: De maximum buitentemperatuur. TSom: TemperatuurSom. TSom. Gem: Gemiddelde TemperatuurSom voor betreffend jaar en voorgaande jaren.
Waarneming 2010 |
Opmerking |
Datum |
Temp. (°C) |
TSom (°C) |
Tsom.gem. (°C) |
1e bijen vliegen
|
|
24-feb
|
10,5 |
52,5
|
-
|
Vliegen massaal
|
Bezoek krokus
|
18-mrt
|
14,7
|
130,9
|
-
|
Uitwinteren
|
Start 1e volk
|
30-mrt
|
17,9
|
262,1
|
-
|
Uitwinteren gereed
|
|
8-apr
|
16,0
|
342,5
|
-
|
Voorjaarsinspectie
|
Alle volken
|
18-apr
|
19,7
|
433,1
|
-
|
Darreraat
|
Geplaatst
|
18-apr
|
19,7
|
433,1
|
-
|
1e Dar gesignaleerd
|
|
24-apr
|
20,3
|
498,3
|
-
|
3e broekkamer
|
Bijgeplaatst
|
25-apr
|
25,6
|
513,9
|
-
|
Darreraat
|
Vervangen
|
5-mei
|
13,8
|
635,0
|
-
|
Koninginnedop
|
1e gesloten
|
14-mei
|
14,5
|
717,9
|
-
|
Zwerm
|
1e zwerm
|
16-mei
|
18,0
|
748,6
|
-
|
Honingoogst
|
1e en laatste
|
31-jul
|
17,9
|
2155
|
-
|
Start inwintering
|
en varoa bestrijding
|
31-jul
|
17,9
|
2155
|
-
|
.
Waarneming 2011 |
Opmerking |
Datum |
Temp. (°C) |
TSom (°C) |
Tsom.gem. (°C) |
1e bijen vliegen
|
|
2-jan |
3,0
|
2,6
|
27,5
|
Vliegen massaal
|
Bezoek krokus
|
16-feb
|
7,0
|
204,2 |
167,5 |
Uitwinteren
|
Start 1e volk
|
2-apr
|
23,3
|
458,8
|
294,8
|
Inzaaien
|
Drachtplanten |
2-apr
|
23,3
|
458,8
|
360,4
|
Voorjaarsinspectie
|
Alle volken
|
16-apr
|
18,0
|
618,8
|
525,9
|
Darreraat
|
Geplaatst
|
16-apr
|
18,0
|
618,8
|
525,9
|
1e Dar gesignaleerd
|
|
16-apr
|
18,0
|
618,8
|
558,5
|
3e broekkamer
|
Bijgeplaatst
|
23-apr
|
26,0
|
707,0
|
610,4
|
Darreraat
|
Vervangen
|
30-apri
|
20,1
|
828,3
|
731,6
|
Zwerm
|
1e zwerm
|
7-mei
|
27,0
|
906,5
|
827,5
|
Koninginnedop
|
1e gesloten
|
15-mei
|
19,5
|
1005,2
|
861,5
|
Honingoogst
|
1e keer
|
28-mei
|
18,3
|
1262
|
1708
|
Start bijvoeren
|
BeeFit
|
25-jul
|
20,0
|
2225 |
-
|
Start inwintering
|
en varoa bestrijding
|
29-jul
|
18,4
|
2292
|
2223
|
Darrenslacht
|
|
18-sep
|
14,5
|
3166
|
- |
.
Waarneming 2012 |
Opmerking |
Datum |
Temp. (°C) |
TSom (°C) |
Tsom.gem. (°C) |
1e bijen vliegen
|
|
14-jan |
7,0
|
110,76
|
51,9
|
Vliegen massaal
|
Bezoek krokus
|
26-feb
|
10,3
|
205,0 |
124,2 |
Uitwinteren
|
Start 1e volk
|
23-mrt
|
20,3
|
413,0
|
378,0
|
Voorjaarsinspectie
|
Alle volken
|
30-apr
|
23,7
|
767,0
|
606,3
|
Darreraat
|
Geplaatst
|
30-apr
|
23,7
|
767,0
|
606,3
|
1e Dar gesignaleerd
|
|
10-mei
|
22,6
|
904,0
|
673,7
|
3e broekkamer
|
Bijgeplaatst
|
13-mei
|
14,7
|
936,0
|
719,0
|
Darreraat
|
Vervangen
|
18-mei
|
20,2
|
998,0
|
820,4
|
Zwerm
|
1e zwerm
|
20-mei
|
24,8
|
1028
|
894,4
|
Koninginnedop
|
1e gesloten
|
20-jun
|
23,1
|
1542
|
-
|
Honingoogst
|
1e keer
|
23-jun
|
19,3
|
1595
|
1671
|
Honingoogst
|
2e keer
|
30-jul
|
18,1
|
2284
|
-
|
Start inwintering
|
en varoa bestrijding
|
31-jul
|
18,4
|
2279
|
2242
|
Start bijvoeren
|
BeeFit
|
2-aug
|
24,5
|
2305
|
2265
|
Darrenslacht
|
|
18-aug
|
31,8
|
2631
|
2898 |
.
Waarneming 2013 |
Opmerking |
Datum |
Temp. (°C) |
TSom (°C) |
Tsom.gem. (°C) |
1e bijen vliegen
|
Na vorst periode |
29-jan |
11,1
|
81,9
|
53,5
|
Vliegen massaal
|
Bezoek krokus
|
4-mrt
|
11,2
|
167,0 |
176,8 |
Uitwinteren
|
Start 1e volk
|
15-apr
|
20,8
|
325,9
|
365,0
|
Darreraat
|
Geplaatst
|
28-apr
|
12,6
|
463,0
|
570,5
|
Inzaaien
|
Drachtplanten
|
1-mei
|
18,5
|
494,0
|
476,4
|
1e Dar gesignaleerd
|
|
4-mei
|
19,3
|
532,5
|
638,4
|
Voorjaarsinspectie
|
Alle volken
|
9-meir
|
18,6
|
614,0
|
608,2
|
3e broekkamer
|
Bijgeplaatst
|
9-mei
|
18,6
|
614,0
|
692,7
|
Zwerm
|
1e zwerm
|
16-me
|
18,8
|
705,0
|
847,0
|
Darreraat
|
Vervangen
|
19-mei
|
14,1
|
711,0
|
793,0
|
Koninginnedop
|
1e geopend
|
1-jun
|
14,7
|
875
|
-
|
Honingoogst
|
1e keer
|
16-jul
|
27,6
|
1606
|
1324
|
Honingoogst
|
2e keer
|
2-aug
|
23,0
|
2122
|
-
|
Start inwintering
|
en varoa bestrijding
|
8-aug
|
23,0
|
2112
|
2209
|
Start bijvoeren
|
Trim-o-Bee
|
8-aug
|
23,0
|
2112
|
-
|
Darrenslacht
|
|
8-aug
|
23
|
2112
|
2636 |
Aan de hand van bovenstaande gegevens kun je snel opmaken in welk periode van het jaar de bijen bepaalde handelingen verrichten. Hieruit blijkt onder andere ook dat in de jaren 2012 en 2013 de voorjaarsinspectie 2 weken later uitgevoerd werd dan de jaren ervoor. Veroorzaakt door de warme start van januari en de daaropvolgende vorst. Opvallend is wel dat de eerste zwerm voor alle jaren medio mei afkomt.
|
Afbeelding-16 Weer + Bij = Fruit
|
Bronnen: www.weerstationhaaksbergen.nl www.fruitpluktuin.nl www.imkervereniginghaaksbergen.nl www.bijenhouders.nl www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Hoofdpagina nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij Afbeelding-01, 02, 03 Eigen foto’s Afbeelding-04 Beschikbaar gesteld door de Nederlandse BijenhoudersVereniging (NBV) Afbeelding-05, 06, 07, 08, 09, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 Eigen foto’s Mijn dank gaat uit naar Harrie Konniger. Een zeer ervaren imker uit Haaksbergen
Dit artikel is ook verschenen in 'De weerspiegel' van de Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie in de uitgaven januari en maart 2014.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
21.07.2013 14:05:27 |
|
Erwin
|
Zaterdagavond 20 juli 2013 meegevaren met een luchtballon van de familie Achterberg. Een ballonvaarder uit Haaksbergen Vertrek om 20:00 vanaf sporthal de Els. Geland in Lochem achter de Lochemse berg. Temperatuur rond de 23 graden met een luchtvochtigheid van 60% op 1.5m hoogte. Het was uitstekend vaar weer met een boven gemiddelde heldere lucht. Je kon de vele windmolens in Duitsland zien liggen alsmede een beginstuk van het IJsselmeer. Door het helder weer genoten van prachtig mooie vergezichten. Er was sprake van een noordwestelijke stroming met op 1000m hoogte een subsidentie-inversie en duidelijk zichtbaar.
Subsidentie inversie: Subsidentie is een grootschalige dalende luchtbeweging in een hogedrukgebied. Bij subsidentie treedt adiabatische verwarming op en daalt de relatieve luchtvochtigheid. Hierdoor is dit hogedrukgebied vaak wolkenloos. Subsidentie is het tegenovergestelde van convectie, een stijgende luchtbeweging. Door de adiabatische aanwarming kan de lucht op hogere niveaus warmer worden dan de lucht direct daaronder, zodat een inversie ontstaat. Dus bij deze inversielaag is de lucht daarboven warmer dan de lucht direct daaronder. Wanneer het hogedrukgebied, waarin dit proces plaatsvindt, langdurig op zijn plaats blijft, zal de subsidentie doorgaan en zal dus ook de subsidentie-inversie steeds dichter bij het aardoppervlak komen. Omdat er bij een inversie geen uitwisseling meer is tussen de luchtlagen aan de onder- en bovenkant ervan, zullen vocht en stof in de onderste luchtlagen als het ware gevangen zitten. Subsidentie-inversies kunnen dan ook aanleiding geven tot ernstige luchtvervuiling en smog. Dat is vooral het geval in de winter, wanneer lucht dicht bij het aardoppervlak koud is. In sommige gevallen kan de subsidentie-inversie zelfs het aardoppervlak bereiken. De temperaturen stijgen dan plotseling, soms wel met 5 à 10°C, zonder dat daartoe een aanleiding aanwezig lijkt te zijn.
We zijn door deze inversie laag heen gevaren en je kon duidelijk de temperatuur verschillen merken. Onder deze inversie laag was het helder met een windsnelheid van rond de 20 km/uur. Boven deze inversie was het ook helder maar waaide het iets harder, 40 km/uur. In deze laag was het een beetje heiig. Ook weer en prachtig gezicht trouwens.
Wat opviel was dat het ongeveer 20seconden duurt voordat de ballon reageert op een warmte gift van de branders. Wil je stijgen dan dien je daar goed rekening mee te houden.
Het werd een onvergetelijke dag.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
28.05.2013 19:18:07 |
|
Erwin
|
Op 27 mei 2013 werd een Hellmann regenmeter toegevoegd aan Weerstation Haaksbergen. Deze naar Professor Hellmann principe uitgevoerde regenmeter is gemaakt van RVS en bestaat uit een aantal onderdelen: een bovenste en onderste deel gemaakt van roestvrij staal, een maatcylinder en een metalen montagebeugel om de regenmeter op een houten paal te kunnen bevestigen.
De rand van de trechter, bovenop een diepe bak, is zo scherp mogelijk gehouden en zo qua vorm geconstrueerd, dat regendruppels, die eenmaal binnen het opvangoppervlak van de regenmeter zijn gevallen, niet meer naar buiten kunnen spatten. Verder bevat het opvangvat een zeer nauwe opening, waardoor het water daarin nauwelijks kan verdampen.
Ook heeft de meter een grote opvangoppervlakte van 100 cm2, waardoor hij zeer nauwkeurig kan meten. De regenmeter voldoet hiermee aan de eisen en afmetingen voor het doen van nauwkeurige neerslagmetingen. Regenmeters naar het Hellmann principe worden ook gebruikt op alle professionele weerstations.
De automatisch gemeten hoeveelheid neerslag zal regelmatig vergeleken worden met de gevallen neerslag in de Hellmann meter. Zodoende wordt gewaarborgd dat de automatisch gemeten neerslag ook klopt met wat er in de praktijk is gevallen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
25.03.2013 15:42:33 |
|
Erwin
|
Doordat het weekend er tussen zat heeft het iets langer geduurd dan gebruikelijk. Vrijdag 22 maart, rond 13:00 uur, werd de storing gemeld en vandaag, 25 maart, rond 10:15 uur was de storing verholpen en beschikken wij weer over internet. De weergegevens worden weer geactualiseerd op de hoofdpagina van Weerstation Haaksbergen. De oorzaak was niet een kabelbreuk. Het probleem lag in de telefooncentrale van de KPN op de hoek Parallelweg en de Kortenaerstraat. Bij een mutatie van connecties is er afgelopen vrijdag wat fout gegaan. Onze verbinding werd verkeerd doorverbonden waardoor deze wegviel en er helemaal geen verbinding meer was. Door deze verbinding weer te herstellen was het leed geleden.
Bij deze wil ik de KPN, ondanks dat het nog bijna drie dagen duurde (ivm. het weekend), toch bedanken voor de service. Bij de melding van de storing kreeg je netjes een sms’je, als bevestiging, op je mobiel. Zondag in de ochtend nam de serviceafdeling contact met ons op waarop maandag in de ochtend het probleem werd verholpen. Maandag, tegen het eind van de middag, weer een sms’je ontvangen met een telefoonnummer welke je kunt bellen als het probleem weer optreed.
Erwin.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
22.03.2013 17:32:12 |
|
Erwin
|
Door een technische storing, opgetreden afgelopen vrijdag 22 maart 2013 kunnen wij tijdelijk niet meer beschikken over het Internet. Er is ergens een kabelbreuk ontstaan tussen ons woonhuis en de hoofdschakelkast.
Dit heeft, helaas, als bijkomend effect dat de weergegevens tijdelijk niet meer geactualiseerd worden op de hoofdpagina van Weerstation Haaksbergen. Er wordt hard gewerkt om de oorzaak te vinden en op te lossen. Zodra de storing is verholpen, melden wij dit middels een nieuw bericht.
Ons excuus voor het ongemak, maar wij zijn nu even afhankelijk van anderen.
Erwin.
|
|
|
|
|
Pagina 3 van 10
<< Start < Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende > Einde >>
|