Hoofdstuk voor hoofdstuk, graad voor graad, gaat Mark Lynas na wat we kunnen verwachten van een almaar warmere planeet. Hij zet als eerste alle wetenschappelijke scenario’s op een rij die de gevolgen van de temperatuurstijging beschrijven en rubriceert ze voor 1, 2, 3, 4, 5 en 6 graden temperatuurstijging. Het is een ontnuchterend verslag. Hierbij een uitgebreider samenvatting mbt. de gevolgen voor de maatschappij.
Bron:
hitte.nu
Eén graad temperatuur stijging
Droogte
Mondiale studies geven aan dat steeds grotere gebieden met ernstige droogtes te maken krijgen. Tegen het jaar 2100 zou het optreden van matige droogtes verdubbelen. Maar het ergste is nog dat het cijfer voor extreme droogtes, dat momenteel 3% van het landoppervlak op aarde betreft, op 30% zou komen te liggen. In wezen zou daarmee een derde van het totale landoppervlak geen zoetwater meer hebben, en zodoende voor mensen niet meer bewoonbaar zijn.
In een amper 1ºC warmere wereld teisteren bijv. langdurige droogtes het westen van de VS. De landbouw wordt van de kaart geveegd en inwoners raken op een veel grotere schaal op drift dan tijdens de rampspoed in de jaren '30. Meer irrigatie is problematisch omdat veel van de grootste watervoerende bodemlagen nu al te intensief worden gebruikt en hun langste tijd hebben gehad. Wanneer de dagen nachten worden, doordat zware stof- en zandstormen over duizenden kilometers vroegere prairie jagen, zullen boerderijen, wegen en zelfs hele steden onder het verwaaiende zand bedolven raken. Er zullen nieuwe duinen verrijzen op plekken waar ooit koeien graasden en maïs groeide. Miljoenen vierkante kilometers van wat eens hoogproductieve landbouwgrond was, moeten volledig worden opgeven.
Wanneer het landoppervlak opgewarmd raakt, verdroogt het door de snellere verdamping. De vegetatie verschrompelt en als er dan zware regen komt, spoelt de rest van de bodem gewoon weg. Het lijkt misschien vreemd dat overstromingen en droogtes dezelfde gebieden zouden treffen, maar wanneer een groter deel van de neerslag in zwaardere buien valt, zal het land in de tussentijd langere droogteperiodes te verduren krijgen.
De meest waarschijnlijke voorspelling voor de Sahel luidt als volgt: terwijl de totale hoeveelheid neerslag inderdaad zal kunnen stijgen, zullen deze toenames zich vooral aandienen in de vorm van zware stortbuien, afgewisseld door periodes van snikhete droogtes. Bij 2ºC opwarming is China aan de beurt. Noord-China zal grote droogtes kennen door een veranderend moessonpatroon. Het water dat men van de Gele Rivier naar Beijing wil brengen, zal onvoldoende soelaas bieden.
De Golfstroom
Aan het eind van de laatste ijstijd stortte een gigantisch smeltwatermeer zich leeg in de Atlantische Oceaan. Dit zoete water verdunde het zoute zeewater zodanig dat het niet meer naar de diepte zonk. De Golfstroom was onderbroken.
Nu is er geen gigantisch meer, wel stroomt zoet smeltwater de zee in. Zou dat hetzelfde effect kunnen hebben? De modellenbouwers denken van niet. Dus was het schrikken toen het onderzoeksschip Discovery een terugval van 30% in de Golfstroom mat; dat kwam overeen met een verlies aan stroming van 6 miljoen ton water per seconde. De onderzoeksleider, prof. Bryden, concludeerde echter een jaar later uit de bevindingen van 19 permanente sensoren over de hele breedte van de oceaan, dat het allemaal meeviel. De metingen van het schip vormden blijkbaar de uitzondering die de regel bevestigd.
De modellenbouwers kregen gelijk. Misschien zal de Golfstroom stapje voor stapje verzwakken, maar bij 1ºC opwarming zit er deze eeuw voor ons geen ijstijd in.
Afsmelting
In de vorige eeuw werd het 0,7ºC warmer. Nooit in de laatste 1.300 jaar was het zo warm als nu. Waarschijnlijk liggen de huidige temperaturen minder dan een graad onder het hoogste niveau van de afgelopen miljoen jaar.
Klimaatverandering gaat gepaard met 'omslagpunten', waarbij het klimaat onomkeerbaar doorschiet naar een nieuwe situatie. Het deel van de planeet dat waarschijnlijk over het eerste omslagpunt heen kantelt, is het Noordpoolgebied. Op dit moment stijgt de temperatuur er twee keer zo snel als het wereldwijde gemiddelde. Met name Alaska en Siberië raken snel verhit; in deze regionen is het kwik over de afgelopen 50 jaar al 2 tot 3ºC gestegen. Klimaatmodellen suggereren dat het kritieke omslagpunt dichtbij is. Daarna is het verdwijnen van de hele noordelijke ijskap zo goed als onvermijdelijk. En zonder het ijsdek over de Noordelijke IJszee staan ons grote veranderingen in het weer op aarde te wachten.
Ons Hollandse weer wordt grotendeels bepaald door het contrast tussen de kou aan de Noordpool en de hitte rond de evenaar. We liggen op de onstabiele front tussen deze concurrerende luchtmassa's. Maar door het opwarmen van de Noordpool zal dit verschil kleiner worden en zal de zone waarin dat optreedt zich naar het noorden verplaatsen. Het Arctische systeem beweegt zich naar een nieuwe toestand, die buiten het kader van de recente geschiedenis van de aarde valt.
Orkaanwaarschuwing in het zuiden van de Atlantische Oceaan
Toen er op 20 maart 2004 voor de Braziliaanse kust een vreemde draaikolk van wolken ontstond, konden lokale meteorologen hun ogen niet geloven. Een orkaan in de Zuid-Atlantische oceaan was zo onvoorstelbaar dat velen van hen weigerden om de term `orkaan' in de mond te nemen toen Catarina - compleet met stortregens en windsnelheden van 150 km per uur - vlakbij de stad Torres aan land kwam, 30.000 huizen vernielde en een aantal mensen doodde. Veel van de slachtoffers hadden nagelaten om een schuilplaats te zoeken, omdat ook zij weigerden te geloven dat orkanen in Brazilië mogelijk waren.
Ook Europa is kwetsbaar voor deze vervaarlijke stormen. Inmiddels zijn er zelfs al aanwijzingen hoe dit zich zou kunnen voordoen. Het hele Middellandse Zee-gebied kan binnenkort in de vuurlinie komen te liggen, aangezien de watertemperatuur er oploopt tot een niveau waarop waarachtige tropische cyclonen worden ontketend - en dat in een regio waar zij zich nog nooit hebben vertoond.
Twee graden temperatuur stijging
Oceanen
Bij 2ºC-opwarming zijn we de hele chemische samenstelling van de oceanen aan het veranderen, zonder enig idee van de gevolgen. De zuurgraad kan zakken van 8,2 naar 7,7. Bovendien worden de oceanen warmer. Plankton zal massaal sterven en daarmee sterft de oceaan. Mosselen en oesters lossen domweg op en tropische koralen verpulveren. Deze zeeorganismen absorberen nu de helft van de CO2 die wij aanmaken. Als wij ze van de kaart vegen, komt dat proces stil te liggen.
Zoals de woestijnen het land in beslag zullen nemen, zo zullen de mariene woestijnen zich in de oceanen verspreiden wanneer de opwarming en verzuring hun onvermijdelijke tol komen eisen.
Hittegolven in Europa en Los Angeles
De hete zomer van 2003 eiste in Europa tienduizenden dodelijke slachtoffers. De landbouw leed 12 miljard schade. Het computermodel van het Hadley Centre toont dat rond 2040 meer dan de helft van onze zomers warmer zal zijn dan die van 2003 en extreme zomers nog veel heter zullen zijn. Het aantal dagen van boven de 30ºC loopt in Spanje, Zuid-Frankrijk, Turkije, Noord-Afrika en de Balkan naar verwachting op met 5-6 weken. Het aantal `tropische nachten', waarin de temperatuur niet onder de 20ºC komt, gaat een hele maand omhoog.
Watergebrek zal rond de hele Middellandse Zee een voortdurend probleem worden, vooral omdat sommige van de droogste kustgebieden in Spanje en Italië ook de dichtstbevolkte zijn.
In die hitte nemen bossen geen CO2 meer op, maar geven het juist af; een geval van positieve feedback. Als deze CO2-uitstoot vanaf het land langdurig aanhoudt en zich wereldwijd gaat voordoen, zou de opwarming wel eens ongecontroleerd kunnen gaan versnellen.
Los Angeles krijgt vier keer zo vaak hittegolven, terwijl verlammende droogtes 50% vaker zullen voorkomen, wat de vraag naar het schaarse water zal opdrijven. Doordat het sneeuwdek in de Sierra Nevada slinkt en de afsmelting eerder begint, zal er voor 85% van de Californiërs - zowel sinaasappelboeren als stadsbewoners - minder oppervlaktewater beschikbaar zijn. Daarbij komt dat de bossen in droge zomers kurkdroog worden en steeds meer gevaar lopen in vlammen op te gaan. In het noorden van de Rocky Mountains, het Grote Bekken en de Sierra Nevada kan het seizoen voor bosbranden wel eens 2-3 weken langer worden.
Groenland smelt
125.000 jaar geleden lag de zeespiegel 5 tot 6 meter boven het huidige niveau. Kwam dit water van Groenland? De ijskap met een lagere top, steilere hellingen en een aanzienlijk ingekorte omtrek, zou destijds wereldwijd 4 tot 5,5 meter hebben bijgedragen aan een hogere zeespiegel. Met kleinere bijdragen van Antarctica, gletsjers, plus wat thermische uitzetting van het zeewater, lijkt dit de hoge zeespiegels te verklaren.
Het IPCC voorspelt voor deze eeuw maximaal 88 cm stijging; daarin is maar een heel kleine bijdrage van Groenland verwerkt. James Hansen, de wereldberoemde NASA-wetenschapper, waarschuwt dat het ook met meters per eeuw kan gaan, "explosief snel". Groenland zal onomkeerbaar gaan smelten wanneer de mondiale temperatuurstijging eenmaal iets meer dan 1,2ºC bedraagt. Hansen is zo bezorgd dat hij is afgestapt van emotieloos wetenschappelijk jargon. De `albedo-flip' zou de ijskappen veel sneller de genadeklap kunnen toebrengen dan de conventionele voorspellingen aangeven. Dit werkt verontrustend simpel. Als sneeuw en ijs smelten, worden ze nat, en het donkerder oppervlak kan meer zonlicht absorberen. Hierdoor stijgt de temperatuur verder en krijg je nog meer afsmelting: een klassiek geval van positieve feedback. Nu grote stukken van Groenland en West-Antarctica `s zomers al liggen te baden in het smeltwater, suggereert Hansen dat dit `trigger-mechanisme' van donkere, natte sneeuw intussen sowieso al meespeelt. Hij wijst erop dat als de snelheid waarmee de ijsvlaktes smelten elke 10 jaar verdubbelt - wat een serieuze mogelijkheid is - de resulterende zeespiegelstijging in 2100 op 5 meter zal uitkomen.
Met de smeltsnelheden van het einde van de laatste ijstijd zal al het ijs van Groenland binnen 140 jaar verdwenen kunnen zijn. Alles bij elkaar moet dan de halve mensheid naar hoger gelegen gebied verhuizen en worden landschappen, gebouwen en monumenten die meer dan duizend jaar het middelpunt van de beschaving zijn geweest, geleidelijk door de zee verzwolgen.
India, Bangla Desh, Himalaya-gletsjers en Andes
India krijgt te lijden van een steeds sterkere moesson en bij 2ºC opwarming zal het hele land per saldo 9% minder landbouwopbrengsten hebben. Het dichtbevolkte buurland Bangladesh lijdt zelfs buitenproportioneel. Het land krijgt nu elk jaar al 2,5 meter neerslag, waardoor 30 tot 70% van zijn grondgebied onder water komt te staan. Wanneer er nog zwaardere buien in nog hardere stormen gaan vallen, zullen in de moessontijd miljoenen mensen door overstromingen van huis en haard worden verjaagd, misschien wel voorgoed.
In Nepal wachten tientallen gletsjermeren of hun puinwand zal scheuren. Rampzalige modderstromen denderen dan de rivierdalen in en vagen alles weg op hun pad. De afsmelting in de bergen zorgt echter op de lange termijn voor een veel ernstiger effect. Wanneer de gletsjers bijna overal verdwijnen en alleen op de allerhoogste toppen overblijven, zal hun smeltwater niet langer de reusachtige rivieren voeden, die de honderden miljoenen inwoners van het Indiase subcontinent van onontbeerlijk drinkwater voorzien. Het gevolg zal watergebrek en honger zijn, waardoor de hele regio gedestabiliseerd raakt, zoals we bij 3ºC zullen zien.
De natuurlijk watertorens van Andes-steden, zoals Lima, zijn tot opdroging gedoemd. Peru, Ecuador en Bolivia zijn voor hun drinkwater afhankelijk van besneeuwde toppen, waarvan sommige uitstijgen boven de 5.500 meter. Tegen het jaar 2050 zullen de gletsjers echter met 40 tot 60% geslonken zijn. Bij langdurig tekort aan water ontvolkt Lima misschien wel, in een vreemd soort omgekeerde migratie. De mensen gaan terug naar hun bergdorpen, waar nog wel water is en waar misschien ook nog gewassen te verbouwen zijn.
Hongersnood
In de gevoelloze loterij van de wereldwijde opwarming hangt het er vanaf waar je woont of je te eten krijgt. Als dat in een rijk land is, waar het toch wel blijft regenen, zul je geen honger hoeven te lijden, maar als dat in de droge subtropen is, wordt het leven steeds wisselvalliger. Eén ding is zeker: de kans op hongersnood wordt groter. Door toenemende concurrentie om afnemende opbrengsten zullen in de magere jaren de prijzen op de wereldmarkt de pan uit rijzen. In de 2ºC-wereld zullen de voedselprijzen ervan afhangen of gebieden in het noorden snel genoeg voor nieuwe gewassen worden ontsloten om verloren gegane landbouwgebieden in hetere, drogere streken in het zuiden te vervangen.
Met noeste planning en samenwerking hoeft de wereld nog niet per se tot ernstige voedseltekorten te vervallen. Bij meer dan 2ºC stijging wordt het echter steeds moeilijker om massale verhongering te voorkomen. Eerst miljoenen, en dan miljarden mensen komen voor een hevige overlevingsstrijd te staan.
Drie graden temperatuur stijging
De gevaren van het Plioceen
Je kunt ook de toekomst zien door achterom te kijken, naar het verleden, met paleo-klimaatonderzoek. Voor een analogie van de 3ºC-wereld moeten we 3 miljoen jaar terug, naar het Plioceen. Op 500 km van de zuidpool, waar het nu gemiddeld -39ºC is, groeiden toen bomen. Aan de Noordpool waren er grassige en bosrijke streken met lariksen en berken tot op maar liefst 2.000 kilometer ten noorden van de huidige boomgrens. De winters waren 15ºC warmer dan vandaag.
Dan was het CO2-niveau in het Plioceen zeker wel hoog? Nee. Het juiste antwoord luidt: zelfs iets lager nu, namelijk 360 ppm. Het verschil is dat door de lange reactietijd van het systeem Aarde onze temperaturen nu achterlopen. Net als bij een fluitketel die ook een tijdje nodig heeft om aan de kook te raken als hij op het vuur wordt gezet. Het goede nieuws is dat dit erop wijst, dat als we de CO2-ketel nu heel snel van het vuur afhalen, we waarschijnlijk nog minstens een eeuw kunnen voorkomen dat de temperatuur 3ºC extra aantikt. Aan de andere kant, als emissies in het huidige tempo blijven stijgen, zou de mondiale temperatuur ook al tegen het jaar 2050 de 3ºC voorbij kunnen schieten. De keuze is aan ons, en de klok tikt door.
Kalahari
Afrika zal door de wereldwijde opwarming letterlijk in tweeën worden gesplitst. De noordelijke helft zal waarschijnlijk een opleving in de neerslag te zien krijgen, terwijl zuidelijk Afrika permanent droog wordt. De verdroging in de 3ºC-wereld gaat het menselijke aanpassingsvermogen te boven. Het wordt hongersnood. In het epicentrum ligt in Botswana. Door de grotere droogte en toenemende wind gaan de 'gestabiliseerde' duinenvelden van de Kalahari waarschijnlijk massaal aan de wandel, waardoor niet alleen dorpen maar ook de hoofdstad Gaborone zal worden weggevaagd. Het lot van Botswana is zonneklaar: na ongeveer 2070 is het hele land bezaaid met 'actieve' duinen. Botswana zal verdrinken, niet in water, maar in zand.
Afrika is trouwens het enige continent waar er in de natte delen in alle scenario's meer mensen aan de gevaren van malaria komen bloot te staan.
Super El Niño's
El Niño's beïnvloeden het weer wereldwijd. Door de snelle wereldwijde opwarming stijgt de temperatuur al in het westelijke deel van de Stille Oceaan waar - onder de juiste omstandigheden - El Niño wordt geboren. Dit contrasteert met het oostelijke deel van de Stille Oceaan. Daar blijft het opwellende water koel, omdat het tientallen jaren op grote diepte zat en niet in contact is geweest met de opwarmende atmosfeer. Het zijn deze temperatuurverschillen die 'super El Niño's' zouden kunnen aansteken, wat overal op de wereld tot chaotische weersomstandigheden zou leiden.
In een dergelijk scenario staan Europa drogere winters te wachten. Het Atlantische orkaanseizoen zou getemperd worden door een toegenomen windschering die de ontwikkeling van grote stormen zou verhinderen, maar tegelijkertijd zouden grootschalige overstromingen en modderstromen de drogere stukken van Californië kunnen teisteren. Met het falen van de Indiase moessonregens zouden miljoenen levens op het Indiase subcontinent in gevaar komen. In Zuid-Amerika zou een van de natste gebieden ter wereld, het grote regenwoudbekken van de Amazone spoedig één van de droogste kunnen worden.
De dood van het Amazonegebied
In november 2000 verscheen in Nature een van de meest alarmerende voorspellingen uit de wetenschappelijke literatuur ooit. Er had paniek moeten uitbreken, maar niets daarvan.
Om te kijken hoe land- en oceaansystemen tijdens een snelle mondiale opwarming zelf weer door het veranderende klimaat worden beïnvloed, nam een team van het Hadley Centre voor de eerste keer de 'positieve feedback' van koolstof uit de opwarmende aardbodem en vegetatie mee in de berekeningen. Daarbij kwam het tot een onthutsend resultaat. Het bleek dat wereldwijde opwarming zijn eigen stuwkracht kan genereren, waardoor er in een niet te stoppen spiraal nog meer broeikasgassen vrijkomen. Deze 'koolstofcyclus-feedback' zou ons tot machteloze toeschouwers maken in een rampzalig scenario van een stuurloos geworden wereldwijde opwarming, dat begint met een vrijwel totale ondergang van het regenwoud in de Amazone.
Bij het cruciale omslagpunt begint de vloedgolf van verwoesting aan de kant van Suriname. De neerslag zakt tegen het jaar 2100 in sommige gebieden tot bijna nul. De temperaturen vliegen naar een gemiddelde van 38ºC. Wanneer de instorting eenmaal compleet is, is het centrale deel van het Amazonegebied in wezen een woestijn, waar geen enkele vegetatie van betekenis meer groeit. Waar ooit het gebrul van apen te horen was, steekt nu een klagende wind op. Zandduinen verrijzen. De woestijn is gearriveerd.
Hoe werkt de feedback? In een hetere omgeving gaan bacteriën harder werken om organisch materiaal af te breken en gaat de plantengroei juist minder hard. In plaats van CO2 op te nemen, geeft de vegetatie en de bodem dit in grote hoeveelheden af. De wereldwijde concentratie neemt daardoor tegen het jaar 2100 met 250 ppm toe. Daardoor zal de temperatuur nog eens met 1,5ºC stijgen. Het Hadley-team ontdekte dat de planeet al rond 2050 in een stuurloze mondiale opwarmingsspiraal kan belanden, veel eerder dan men voor mogelijk hield. Rond 2100 zou de mondiale opwarming al het doemscenario benaderen van het IPCC.
In een ander feedbackmechanisme zullen bij grote droogte ook de tientallen miljoenen hectaren grote, licht ontvlambare veenpakketten in Zuidoost-Azië en het Amazonegebied verbranden en ontzaglijke hoeveelheden extra koolstof in de atmosfeer doen belanden.
Houston, we hebben een probleem
Wanneer het oog van Superorkaan Odessa op 5 augustus 2045, 9 uur 's morgens de kust bij Houston bereikt, is zij nog steeds een monster van categorie 6. Voorstad Galveston verdwijnt onder immense golven. Vlagen water en natte rukwinden gieren over de betonnen ravijnen in Houston terwijl daarboven glazen ruiten door de kracht van de uitbarsting uit elkaar spatten. Het commerciële hoofdkwartier van de Amerikaanse olie-industrie wordt volledig leeggeroofd. Het stormt papieren; ze worden de binnenste draaikolk van de orkaan ingezogen en hoog in de troposfeer uitgestrooid. Alleen gebouwen van beton en staal houden stand.
Warmere zeeën leveren meer energie en overal in de tropen zullen orkanen kwetsbare kustgebieden vernielen. Na New Orleans zullen nog veel steden volgen, van Houston tot Shanghai. In een warmere toekomst zullen alle stormen in principe een halve of hele categoriepunt hoger liggen en zullen de zwaarste stormen meer dood en verderf zaaien dan we tot nog toe ooit hebben meegemaakt.
Noord- en Midden-Amerika
Zonder zee-ijs zullen grote stukken open oceaan aan de wind worden blootgesteld. Dat verandert het gangbare Noordamerikaanse winterweer. Het gevolg is een scherpe daling in de neerslag van 30% aan de hele westkust van Amerika. Watertekorten zullen tot diep in het binnenland voor noodsituaties gaan zorgen.
In het stroomgebied van de Colorado wordt de situatie steeds kritieker. Niet alleen zal er helemaal geen natuurlijke wintervoorraad sneeuw meer worden opgebouwd, ook valt de datum waarop de sneeuw hoog in de bergen begint te smelten een maand eerder. Eén vonk zet deze wereld in lichterlaaie. De brandweer mag komen aanrijden, maar de bluswagens zijn leeg en de slangen nutteloos. Niets zal de brand kunnen tegenhouden.
In een smeltend Groenland kruipt de temperatuur letterlijk omhoog en blijft een steeds kleiner deel van de gigantische ijskap koud. Zo zal deze nog sneller gaan smelten.
In Midden-Amerika is de hoogontwikkelde beschaving van de Klassieke Maya's (tussen 50 voor Christus en 900 erna) iets overkomen, dat vrijwel van de ene dag op de andere tot de ondergang van hun gehele beschaving leidde: droogte. Ook al hadden ze watervoorraden voor 18 maanden, de droogte duurde langer. Wat als zo'n droogte er nog eens toeslaat? Het Hadley-model voorspelt een daling van de neerslag, in sommige gebieden met de helft. Deze Midden-Amerikaanse landen zullen tot de eerste horen die zien hoe hun landbouwproductiviteit wordt lamgelegd en hun bevolking gemarginaliseerd en ontheemd raakt.
Pakistan
Pakistan zal zich bij 3ºC op de rand van een crisis bevinden zoals die zich in de geschiedenis van de mensheid nog niet eerder heeft voorgedaan. Deze ramp zal niet direct voortvloeien uit de grotere hitte zelf, maar uit de indirecte gevolgen ervan. Pakistan raakt enorme hoeveelheden van zijn meest waardevolle hulpbron kwijt: water. In de bergen in het noorden ligt het grootste gletsjerveld op aarde. De Indus put uit meer dan 3.500 individuele gletsjers en is uitgesproken afhankelijk van bergwater. De Ganges en de Brahmaputra krijgen `s zomers nog water uit de moessonregens; de Indus amper. Eerst zal de Indus nog aanzwellen dankzij het extra smeltwater, een zegen voor de uitdijende landbouw en groeiende bevolking, maar als het ijs grotendeels is weggesmolten, krijgt de rivier 90% minder water dan nu. Tientallen miljoenen Pakistaanse burgers zullen hun biezen pakken om een (kernwapen)land te verlaten waar het burgerlijk bestuur instort en gewapende bendes vechten om het overgebleven beetje voedsel.
Europa en de Big Apple
Jason Lowe van het Hadley Centre verwacht veel vaker overstromingen. "In het zuidelijke deel van de Noordzee, zal iets wat zich momenteel eens in de 150 jaar voordoet, rond 2080 elke 7 à 8 jaar optreden." De ramp in 1953 werd bestempeld als iets wat zich slechts eens in de 120 jaar voordoet. Wanneer het water blijft stijgen, is voor de kustlijn als geheel terugtrekken de enig haalbare optie.
De Rijn zal in de wintermaanden 30% meer water te verstouwen krijgen, waardoor er benedenstrooms in Duitsland en Nederland regelmatig overstromingen zullen optreden. Intussen zal de rivier in augustus 50% minder water voeren. De bodem raakt in sommige delen van Europa zozeer uitgedroogd dat er geen water meer is om te verdampen. Onder zulke omstandigheden groeit er niets meer. De Sahara is de Straat van Gibraltar overgestoken en zijn mars naar het noorden begonnen.
De New Yorkse metropool, met 20 miljoen inwoners en 2.400 km kustlijn, ligt voor het grootste deel laag en is volgebouwd met flatgebouwen, wegen en treinrails. De inritten naar de meeste spoorlijnen, tunnels en luchthavens liggen op slechts 3 meter boven de waterspiegel, sommige zelfs nog minder, terwijl de evacuatieroutes onder het stormvloedpeil zullen liggen, zodat mensen die zichzelf in veiligheid proberen te brengen de pas wordt afgesneden. De vorm van de kustlijn maakt New York extra kwetsbaar: het water wordt als in een trechter direct de haven ingeperst.
Die ene superstorm zal New York wellicht niet slechts eenmalig, maar herhaaldelijk aandoen. Wat vandaag de dag geldt als de overstroming die eens in de 100 jaar plaatsvindt zou zich rond 2050 wel eens elke 20 jaar kunnen afspelen, en rond 2080 iedere 4 jaar.
Voedsel uit de kas
Alle planten hebben een thermische tolerantiedrempel, ook de voornaamste voedselgewassen. Granen zijn met name gevoelig voor hitte tijdens de bloei en zaadvorming. Boven de 30ºC loopt bij elke extra graad de oogst van rijst, tarwe en maïs met 10% terug. Boven de 40ºC valt er helemaal niets meer te oogsten. Veel gebieden in de tropen liggen al tegen die drempel van 30ºC aan. Wereldwijd moet de teelt van landbouwgewassen zich naar de hogere breedtegraden verplaatsen.
Zoals altijd zal droogte een sleutelrol gaan spelen. Simulatiemodellen van de landbouw in de tropen voorzien eerst verlammende dalingen in de productie van tarwe, maïs en rijst. Wanneer we echter de drempel van 2,5ºC over zijn, zullen zelfs de graanschuren op de gematigde breedtegraden klappen krijgen, omdat de gewassen er in de gloeiende zomerpiek door een gebrek aan water zullen verdorren.
De mensen die hun land moeten verlaten zullen zich niet zomaar schikken in hun nieuwe rol van passieve slachtoffers. Zij zijn zich er terdege van bewust dat de wereld die zij geërfd hebben niet door hen geschapen is.
20/02/2021
Negen miljoen mensen sterven jaarlijks door milieuvervuiling, een op de acht plant- diersoorten dreigt uit te sterven en de opwarming van de planeet zal met de huidige trend maar liefst 3 graden bedragen aan het einde van deze eeuw.
Die sombere opsomming staat in een nieuw rapport van UNEP, het milieuprogramma van de VN.
Oplossingen zijn volgens de onderzoekers alleen mogelijk door milieuvervuiling, klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit in samenhang met elkaar te bekijken.
Vier graden temperatuur stijging
Wassend water
In de 4ºC-wereld ligt de waterspiegel een halve meter of meer boven het huidige niveau. Steden als New York, London en Venetië zijn vervallen tot gefortificeerde eilandjes, waar water van alle kanten aandringt. Een flinke storm kan een kwetsbare stad in een paar uur van de kaart vegen. Als het water eenmaal is weggepompt, kan herbouw van de stad een optie zijn zolang de verzekeringsmaatschappijen bereid en in staat zijn om te betalen. Maar wie betaalt er twee, of drie keer?
Het stijgen van de zeespiegel is een onomkeerbaar proces, dat duizenden jaren doorgaat voordat er een nieuw evenwicht is bereikt, zelfs als de mens de hoeveelheid broeikasgassen onder controle krijgt. Hierbij spelen grote onzekerheden mee: als het landijs in Antarctica stabiel blijft, is er wellicht nog veel te redden door een langzame, afgemeten terugtocht. Als de ijsvlaktes echter zo snel op de klimaatverandering blijven reageren als ze tot nu toe deden, staat er een snelle zeespiegelstijging van vele meters op stapel. Een uiteindelijke stijging van 25 meter vanuit Groenland en het Zuidpoolgebied is in feite onvermijdelijk, zodra de temperatuur wereldwijd de 2ºC passeert. En zelfs als dit in de loop van vele eeuwen gebeurt, gaat dat het menselijk aanpassingsvermogen verre te boven.
Ook het continentale landijs van West-Antarctica kan instorten. Het heeft als een laatste verdedigingslinie twee gigantische ijsschotsen, Ross en Ronne, elk groter dan Frankrijk. Zij voorkomen dat binnentrekkend zeewater er onder de ijskap kan kruipen. Al drijven ze beide, ze hebben aan de zeekant enorme ijsbolwerken van tussen de 200 en 400 meter dik. Beide zijn nu nog veilig, want hun temperatuur blijft het hele jaar onder nul.
Tenminste, tot voor kort. Voor het eerst is in januari 2005, middenin de zomer, uitgebreide dooi in Antarctica geregistreerd. Deze dooi drong zelfs 900 kilometer het binnenland in, kroop 2.000 meter omhoog langs de berghellingen en kwam tot op 500 kilometer afstand van de Zuidpool zelf. Vooralsnog was het een eenmalige gebeurtenis.
Een groot deel van deze dooi vond plaats aan de noordelijke rand van de Ronne-ijsschots. In maart 2002 bezweek op het Antarctisch Schiereiland op spectaculaire wijze de belangrijke ijsschots Larsen B. Zou dit ook met de Ronne-ijschots kunnen gebeuren? 4ºC opwarming legt de dooilijn over de ijsmassa van zowel Ross als Ronne heen. En smeltwater dat wiggen in het ijs drijft, zou hun samenhang een fatale slag toebrengen. Als één van de twee in stukken breekt, net als de Larsen, zou niets een totale ineenstorting van het volledige landijs van West-Antarctica en een snelle overstroming van alle kustlijnen ter wereld nog in de weg staan.
Dichtbevolkt Azië
China zal ernstige gevolgen ondervinden van de klimaatverandering. De oogsten van voedselgewassen als rijst, graan en maïs dalen met bijna 40%, een hoeveelheid die niet elders te koop is. In India wordt het in het binnenland met minstens 5ºC boven het huidige niveau voor de meeste gewassen domweg te heet om te overleven. In Pakistan worden gortdroge gebieden nog droger. De waterschaarste die voortvloeit uit het verdwijnen van de gletsjers komt daar bovenop. Honderden miljoenen mensen raken er op drift. Het wordt de grootste volksverhuizing aller tijden.
De Alpen
Op plekken die nu elke winter nog 50 tot 100 dagen lang op een flink pak sneeuw kunnen rekenen, wordt in de Alpen aan het eind van de 21e sneeuw een zeldzaamheid. Op 3.000 meter hoogte is over 60 jaar eenderde weggesmolten. Lawines kunnen plotsklaps miljoenen tonnen verstikkende natte sneeuw op de dorpen in het dal storten, en gebouwen en bruggen in hun ontoombare modderrivieren meesleuren.
Zonder smeltwater of regen verkommert de vegetatie en het landschap verandert geleidelijk in het bruin van gebakken aarde. De bergen zelf worden niet hoger of lager, maar hun karakter zal totaal zijn veranderd. Het belangrijkste is dat de watertoren van het continent droog zal vallen, net wanneer Europa ligt te smoren in de zomerse hitte.
Europa krijgt een oplawaai
Westerstormen kunnen zowel in Groot Brittannië, in ons land als in Duitsland zoveel kosten meebrengen dat verzekeringsbedrijven failliet gaan door de terugkerende schadeposten van tientallen miljarden. Deze stormen zullen ook zwaardere regenval met zich meebrengen. Een deel van het extra water is weliswaar van levensbelang om de reservoirs bij te vullen die tijdens de droge zomermaanden onrustbarend zijn leeggeslurpt, maar een te groot deel van deze neerslag valt in de vorm van zware hoosbuien. Deze stromen snel weg, in plaats van geleidelijk door de bodem opgezogen te worden. In de winter zullen stortregens zich als een vloedgolf door dorpen en steden storten en rivieren buiten hun oevers laten treden.
In de 4ºC-wereld is het bij uitstek de temperatuurstijging zelf die al het andere begint te overheersen. Hittegolven van een onvoorstelbare heftigheid verschroeien de aarde, terwijl het klimaat heter wordt dan de mensheid in de hele geschiedenis van haar evolutie ooit heeft meegemaakt. Europa begint tegen die tijd op het Midden-Oosten te lijken. De Sahara steekt over naar het hart van Spanje en Portugal. Zelfs waar nog vruchtbare bodems zijn, versnellen hevige wolkbreuken de erosie. Vruchtbare akkers veranderen in doorgroefde woestenijen.
Siberische roulette
Rond de Noordpool stijgt de temperatuur in de wintermaanden 14 graden. Uit deze ontdooiende arctische bodem stijgt een nieuwe bedreiging op, één van de gevaarlijkste van allemaal. Het destructieve effect van de klimaatverandering in het poolgebied is voelbaar in alle uithoeken van de aarde. Het is weer een geval van positieve feedback.
Men schat dat er momenteel zo'n 500 miljard ton koolstof zit opgesloten in de permanent bevroren bodem van het Noordpoolgebied. Als het eenmaal begint te dooien, kan veel hiervan ontsnappen. Waar de bodem droog is, in de vorm van CO2 omdat bodembacteriën het afbreken. Waar de grond nog te nat is, doen anaërobe bacteriën het werk. Zij produceren enorme hoeveelheden methaan, op korte termijn een nog veel gevaarlijker broeikasgas dan CO2. In andere gebieden kan de koolstof direct in water oplossen en komt in de vorm van CO2 vrij uit rivieren, meren en de Noordelijke IJszee. "We trekken de stekker uit de ijskast van het verre noorden. Alles daarin zal gaan liggen rotten."
Zelfs in het huidige klimaat is die verrotting al waar te nemen. Recent onderzoek in Siberië toonde aan dat er al vijf keer zoveel methaan uit ontdooide meren omhoog komt borrelen als daarvoor werd aangenomen. Dus: hoe meer bevroren land tot modderig moeras vervalt, hoe meer methaan er vrijkomt. En aangezien deze ontdooiing van de permafrost nu in het hele arctische gebied aan het versnellen is, zal dit proces al een flink eind op weg zijn lang voordat de temperatuur 4ºC hoger dan nu aantikt.
Al kennen we dit dramatisch versterkende effect, de omvang ervan is nog niet gekwantificeerd. Daarom is het ook nog niet meegenomen in de huidige voorspellingen over klimaatveranderingen. Een ding is duidelijk: Het ontdooien van de permafrost is een "echte joker in het spel van de koolstofcyclus". In de 4ºC-wereld is het waarschijnlijk niet meer mogelijk om de temperatuurstijging te stabiliseren. Het zal onverbiddelijk tot 5ºC kunnen leiden.
Vijf graden temperatuur stijging
Een nieuwe wereld
Met 5ºC wereldwijde opwarming ontstaat een totaal nieuwe planeet, één die in vrijwel niets meer lijkt op de aarde van vandaag. Van beide polen is het laatste ijs weggesmolten. Regenwouden zijn opgebrand en verdwenen. Kuststeden zijn verzwolgen. Droogte en overstroming drijft mensen samen op de alsmaar kleiner wordende stukken land. Gebieden in het binnenland kennen temperaturen van 10ºC hoger dan nu, of meer. Zowel de verdamping als de neerslag nemen toe. In de tropen bouwen zich in de zone van de passaatwinden enorme stortbuien op. Hier zijn er bijna elke winter zware overstromingen. De belangrijkste woestijnen in de wereld breiden zich uit.
Op de 5ºC-kaart tekenen zich duidelijk twee wereldomspannende gordels van voortdurende droogte af. Op het noordelijk halfrond omvat deze droogtegordel Midden-Amerika, de zuidelijke helft van Europa, de westelijke Sahel en Ethiopië, Zuid-India, Indo-China, Korea en Japan.
Door extreme hittegolven en bosbranden gaat nu zelfs de landbouwproductie in het noorden van Canada en Rusland achteruit. Bevolkingsgroepen en nieuwe landbouwkolonies concentreren zich daarom aan de Russische Poolzeekust en op de Canadese eilanden. Wie weet valt China Siberië binnen en de Verenigde Staten Canada, om beslag te leggen op de laatste resteren bewoonbaar land, al zijn bodems die tot voor kort nog bevroren waren meestal dun, rotsig en arm.
Knal uit het verleden
In de opwarming van het Paleocene klimaat, 55 miljoen jaar geleden, werd de diepzee plotseling zuurstofloos (anoxisch), giftig voor al het leven dat zuurstof inademt. De oorzaak was vrijkomend methaanijs, en/of een serie monumentale vulkaanuitbarstingen.
Methaanijs, of methaanhydraat, is een ijsachtige combinatie van methaan en water die ontstaat bij de intense kou en druk die in de diepzee heersen. Wordt het warmer en gaat de druk omlaag, dan verandert het ijs in een explosieve kettingreactie in gas. Methaan is een broeikasgas, per molecule twintig maal krachtiger dan CO2. Misschien lieten de oceanen ooit door een gigantische methaanboer de temperatuur omhoogschieten.
Een andere schuldige kan een langdurige serie uitstromingen van onvoorstelbare hoeveelheden basaltlava zijn. Deze kwam omhoog in steenkoolsedimenten, warmde deze op en bracht daarbij gigantische hoeveelheden methaan en CO2 in de atmosfeer. Geologen dateren dit op 55-56 miljoen jaar geleden; precies in de hete periode aan het eind van het Paleoceen.
Wat ook de oorzaak was, de gevolgen waren ingrijpend en mondiaal. Hittegolven schroeiden `s zomers de vegetatie weg uit het Spaanse vasteland en lieten een woestijngebied achter dat `s winters door stortbuien zwaar erodeerde. Palmbomen groeiden tot in Engeland en België. Ondanks de duisternis was het Noordpoolklimaat helemaal subtropisch. De watertemperatuur kon dicht bij de Noordpool oplopen tot wel 23ºC. Het was een wereld met verzuurde zeeën, snel veranderende ecosystemen, ijsvrije polen en met zowel extreem droog als extreem nat weer. Het was kortom een wereld die erg lijkt op de wereld waar wij deze eeuw op afstevenen.
De totale invoer van koolstof in de atmosfeer was 55 miljoen jaar geleden veel groter dan de mens tot nu toe voor elkaar heeft kunnen krijgen. Maar het tempo waarin er broeikasgassen bijkomen ligt nu misschien wel 30 keer hoger dan toen. En onderaan het continentale plat wachten nu overal ter wereld nog enorme hoeveelheden van datzelfde methaanijs hun tijd af. Als er in de Noordelijke IJszee substantiële hoeveelheden methaanijs gaan smelten, is de beer definitief los.
Tsunamiwaarschuwing
Net als glijdende tektonische platen kunnen verschuivingen van methaanijs in zee enorme hoeveelheden water verplaatsen, met als gevolg een tsunami. Zo schoof er 8.000 jaar geleden 3.500 kubieke kilometer sediment de diepere Noordelijke IJszee in. De resulterende tsunami kwam in het westen van Noorwegen 9 tot 12 meter boven zeeniveau en op de Shetlands tot een verwoestende 20 meter - vergelijkbaar met de aanslag van de Aziatische tsunami op Banda Atjeh in 2004. Waarschijnlijk was de oorzaak een gewone aardverschuiving, maar het plotseling vrijkomen van methaanijs kan een factor zijn geweest. Het is veelzeggend dat de zeebodem daar helemaal pokdalig is van de gasontploffingen van lang geleden.
Overleven
Onze streken zouden een druk en omstreden toevluchtsoord kunnen worden. Hier blijft waarschijnlijk `s winters regen vallen. Het uitvallen van de Golfstroom - de joker van Noord-Europa - zou ons echter ook in een droger klimaat kunnen achterlaten, waarbij de temperatuur zich stabiliseert, of zelfs een tijdje zakt.
Overal waar geen schuilplekken zijn en waar de gewassen en de watertoevoer het laten afweten, lijkt de meest waarschijnlijke uitkomst helaas dat we afglijden naar burgeroorlog, rassengeweld en andere onderlinge conflicten. De geschiedenis leert ons nu eenmaal dat mensen als het slecht gaat niet stilletjes de dood gaan zitten afwachten; ze pakken elk wapen dat ze maar kunnen vinden en trekken naar gebieden waar het beter lijkt te zijn.
Dus wat moet je doen om te overleven? Een afgelegen stukje berg afpalen, om daar rustig aan te doen totdat de crisis voorbij is? Dat is in Europa of China domweg geen optie. Wie kan er trouwens echt genoeg wild vangen of doden om een familie mee te voeden? Hoeveel van ons zou het lukken om van het land te leven? Een jager-verzamelaar heeft tien tot honderd keer zoveel grond nodig als iemand in een landbouwgemeenschap. De wildpopulaties zouden bovendien decimeren door de druk van het menselijk roofdier, net als de handel in bushmeat inmiddels de wildstand in tropisch Afrika heeft geruïneerd.
Hamsteren dan? Voorraden voedsel en water verstoppen en proberen om de ramp uit te zitten? Met hongerige aanvallers is dat nooit eenvoudig en op de lange duur praktisch onmogelijk. Invallers zijn niet bepaald aardig voor bewoners die hen voedsel weigeren. Als er een voorraad ontdekt wordt, lopen het gezinshoofd en zijn familie de kans gemarteld en vermoord te worden, als straf en ten voorbeeld aan anderen. Kijk maar eens naar het huidige Somalië, Soedan, of Burundi. Daar liggen conflicten over tekorten aan voedsel en land aan de wortel van zich voortslepende stammenoorlogen en het uiteenvallen van het staatsapparaat.
Ons relatief welvarende intermezzo zou achteraf wel eens een gelukkige uitzondering kunnen blijken te zijn geweest, die vooral te danken is aan de enorme oppepper aan voedsel en energie die onze beschaving aan alle fossiele brandstoffen weet te onttrekken.
Zes graden temperatuur stijging
Het aller-beroerdste scenario, de ultieme Apocalyps, is de +6ºC-wereld. Er zijn maar weinig aanknopingspunten voor wat ons daar werkelijk te wachten staat. In deze moderne variant van Dante's Inferno moeten we vertrouwen op de schetsmatige geologische informatie over extreme broeikasperiodes in het Krijt en een bijzonder moment in het Perm.
Het Krijt
Dit was een wereld van varens, cicaden en coniferen. Bloeiende planten begonnen zich nog maar net te ontwikkelen. Het supercontinent Pangea scheurde juist doormidden en de planeet werd door elkaar geschud door enorme vulkanische uitbarstingen. De zeespiegel lag minstens 200 meter hoger dan vandaag, dus stonden de meeste continentale binnenlanden onder water. De gemiddelde temperaturen op aarde lagen 10-15ºC boven de huidige waarden. En niet eventjes, maar miljoenen jaren lang.
Deze wereld was niet alleen maar zonneschijn, grazende dinosaurussen en zacht wuivende palmen. Afzettingen duiden op woeste orkanen, die vanwege de hogere temperatuur van de oceanen veel sterker dan de huidige moeten zijn geweest. In sommige gebieden regende het 4.000 millimeter per jaar. De tropische Atlantische Oceaan was wellicht 42ºC - eerder een warm bad dan een oceaan.
Rond de evenaar lag een brede vochtige gordel met de meeste regenval en de zwaarste stormen; koraalriffen en regenwouden waren er echter nauwelijks. Een veel breder gebied daaromheen, werd gekenmerkt door grote droogte. Hoger op de gematigde breedtegraden was het warm en vochtig, maar in deze gordel deden zich vaak felle branden voor; de fysiologie van de planten was aan de droogte aangepast. Waarschijnlijk stonden er zelfs bossen op de Zuidpool.
Men neemt aan dat het CO2-gehalte zo'n 3 tot 6 keer hoger was dan tegenwoordig, maar de zon was in het Krijt wat minder sterk. Het meeste van die extra CO2 was van vulkanische oorsprong.
De aarde stuurt altijd weer op een evenwicht aan. De planeet als zelfregulerend systeem is in feite het basisprincipe van de Gaia-theorie van James Lovelock. Zijn observatie dat verschillende planetaire mechanismen haast met opzet een temperatuur handhaven die gunstig voor het leven is, klopt precies. Daarom stoten levende mechanismes CO2 uit als er te weinig van is en absorberen ze het als er teveel van komt.
In het Krijt waren enorme kalkplateaus op zee levende koolstofputten. Laag op laag bedekten de schelpen tientallen miljoenen vierkante kilometers op de ondiepe zeebodem. Het duurde een slordige miljoen jaar om 30 meter kalksteen op te bouwen. Ook onder bossen en in moerassen ontstonden grote veengewelven, die gaandeweg tot steenkool werden samengeperst. Tevens werd er veel koolstof opgeslagen in plankton die op de oceaanbodem bezonk als vette lagen organische modder. Dit werd later aardolie.
Nadat de aarde miljoenen jaren lang druk bezig is geweest om gevaarlijk hoge niveaus CO2 uit de atmosfeer te halen, is de mens op dit moment even druk bezig om veel van diezelfde koolstof terug in de atmosfeer te brengen. En de mens is tien miljoen keer beter in het omzetten van koolstof dan alle mosselen, oesters en plankton samen.
In het Krijt ging er in de oceanen iets mis. Het water werd langzaamaan anoxisch: alle zuuurstof en alle leven verdween eruit. Misschien warmden catastrofale uitbarstingen van methaanijs het klimaat zo sterk op dat de oceanen ophielden hun water goed om te zetten. In de atmosfeer begint de convectie van warmte onderaan: warmere lucht zet uit, wordt lichter en stijgt op. Het resultaat is dat de lucht circuleert. In de oceaan loopt de opwarming echter van boven naar beneden. Daarbij blijft de lichtere, warme laag als een deksel op de diepere koude lagen liggen en stopt de zuurstofaanvoer, wat tot massale sterfte leidt.
Een andere hypothese is dat in deze extreme broeikasperiodes een snellere hydrologische kringloop heerste, waarbij zware regenval de voedingsstoffen van het land spoelde en zo voor een wereldwijde algenbloei zorgde. Vergelijk de giftige `rode vloed' die elk jaar aanspoelt voor de kust van China, of de zuurstofloze `dode zone' in de Golf van Mexico, veroorzaakt door uitgeloogde kunstmest die de Mississippi af komt stromen. Hardere winden bliezen de voedingsstoffen naar zee, net zoals zandstormen uit de Sahara tegenwoordig de Atlantische Oceaan bemesten - de woestijnen waren immers in het Krijt veel groter.
Nog een andere verklaring gaat ervan uit dat er in zuidelijk Afrika heet vulkanisch magma duizenden kilometers lange steenkoollagen vergaste. Geologen ontdekten duizenden vertikale rotskanalen, de zogenoemde `brecciepijpen', waardoor zo'n 1.800 gigaton CO2 de atmosfeer ingeblazen zou kunnen zijn.
Een combinatie van alle theorieën verklaart de dramatische opwarming nog het beste. Hoe dan ook, de hele geologische koolstofkringloop liep kortsluiting op, waardoor de aardse klimaatstoppen doorsloegen. Toch kwamen de meeste soorten die in die tijd leefden de crisis op één of andere manier weer te boven. Misschien omdat het allemaal nog relatief langzaam ging.
Slachting in het late Perm
De uitroeiing in het late Perm, zo lijkt het, vond plaats in een periode van razendsnelle broeikasopwarming. De bodemprofielen van een steengroeve in Meishan (China) zijn de gouden maatstaf gaan vormen voor de geologie van toen, omdat daarin de opeenvolging van gesteenten zo scherp afgebakend is. De afzettingen vonden plaats op een ondiepe zeebodem en zitten tjokvol fossielen, elk helemaal aangepast aan hun plek in het ingewikkelde netwerk van ecosystemen van toen. En dan voltrekt zich de ramp. Fossielen verdwijnen en in plaats daarvan verschijnt er een omgewoelde laag klei, met daarin stukjes kwarts en as van een zware vulkaanuitbarsting. Hier bovenop ligt donker kleiïg gesteente, rijk aan organisch materiaal - een veelzeggend teken van de zuurstofarme toestand van de zeebodem. Verder zit er pyriet in (het goud der dwazen), dat ook al wijst op een zwavelige, zuurstofarme situatie. De eerdere overvloed aan fossielen is compleet verdwenen. De hele catastrofe is vastgelegd in laagjes van in totaal niet meer dan 12 millimeter.
Eerst viel, bij gebrek aan bergen, de chemische verwering stil. Het CO2-gehalte in de atmosfeer liep gaandeweg op, totdat het vier keer zo hoog was als nu. Als bij een dodelijk spelletje domino leidde dit tot een kettingreactie van feedbackmechanismes, die ieder op hun manier de crisis verergerden. Woestijngebieden breidden zich uit, waardoor er minder CO2 door fotosynthese werd weggevangen. Door de hoge verdamping uit de kustwateren werd het zeewater veel zouter en zwaarder, waardoor - omgekeerd aan vandaag de dag - warm water dieper de oceaan in zakte. In warmer zeewater lost minder zuurstof op en op den duur werd de zee zuurstofloos. Alle hogere levensvormen, van plankton tot haaien, stierven de verstikkingsdood.
Superorkanen hadden genoeg energie om op te stomen naar de Noordpool en terug naar de tropen, en misschien zelfs om de aardbol een paar keer rond te gaan. Wanneer zo'n superorkaan op een kust stuitte, ontstonden springvloeden die geen levend organisme spaarden.
En toch was dat nog maar het begin. Juist toen werkte zich een gigantische kolom magma omhoog naar de aardkorst, als een mes op het hart van Siberië gericht. Aan het oppervlak barstte het vloeibare gesteente met onvoorstelbaar geweld naar buiten en werden as en vulkanisch puin over honderden kilometers door de lucht weggeslingerd, waarbij de zon werd verduisterd door stof en zwaveldioxide. In de loop van duizenden jaren barstte er steeds meer magma uit, over een gebied dat groter is dan West-Europa.
Uitbarstingen van CO2 en donderbuien met zure regen brachten de broeikas nog verder in een extreme toestand. Het zuurstofgehalte in de atmosfeer zakte naar een schamele 15% (vergeleken met 21% nu). Laag genoeg om elk snel bewegend dier naar adem te laten happen.
En het ergste moest nog komen: uitbarstingen van methaanijs doordat warm water de diepere oceaanlagen bereikte. De opwarming van de aarde sloeg op hol.
Als methaangas van de zeebodem opstijgt, verschijnen er bellen, omdat opgelost gas door de dalende waterdruk gaat bruisen - net zoals een fles frisdrank gaat spuiten waar je de dop te snel van afhaalt. Deze bellen verhogen de opwaartse druk, waardoor het pakket water nog sneller gaat stijgen. Terwijl het water zichzelf omhoog stuwt en een explosieve kracht ontwikkelt, wordt ook het omringende water meegesleurd, waardoor de beweging zich verspreidt. Aan het oppervlak schiet het water honderden meters de lucht in als het vrijgekomen gas de atmosfeer in knalt. Schokgolven planten zich in alle richtingen voort, wat in de omgeving weer tot nieuwe uitbarstingen leidt.
Het methaan-luchtmengsel kan door bliksem of een ander soort vonk in brand vliegen, waarbij angstaanjagende vuurballen door de lucht razen. Explosies in de grootste methaanwolken zouden schokgolven kunnen genereren die zich sneller voortplanten dan het geluid en alles op hun weg verdampen. Bij een supersonische klap is het de luchtdruk van de schokgolf zelf die het methaan-luchtmengsel aansteekt. Een grote oceanische methaanuitbarsting, "zou een energie vrijmaken die overeenkomt met 108 megaton TNT, oftewel zo'n 10.000 keer de wereldvoorraad nucleaire wapens". Zo'n wereldomvattende brand zou op de korte termijn zelfs voor afkoeling kunnen zorgen, als een soort nucleaire winter.
De vermoedelijke gevolgen hiervan voor de planten en dieren in het Perm zijn nauwelijks voorstelbaar. In hele hoge concentraties vernietigt methaan bovendien ozon. Zo zou de UV-straling aan het aardoppervlak van de aarde zeven keer zo sterk kunnen zijn geworden. Dat alleen al zou een belangrijke oorzaak van de uitsterving kunnen zijn. Met al die rampen die de één na de ander op de aarde werden losgelaten, kan het nauwelijks een verrassing zijn dat de massale uitsterving aan het eind van het Perm alle andere ruimschoots overschaduwt.
Back to the future
Was de crisis aan het eind van het Perm misschien de moeder van alle rampen, de verschillen met de huidige omstandigheden zijn groot. Anderzijds zijn er aspecten van de huidige broeikascrisis die juist bij uitstek zorgwekkend zijn, zelfs ten opzichte van de gruwelen van toen. Er is, grotendeels onafhankelijk van de opwarming van de aarde, al een uitroeiing gaande, de Antropocene Massale Uitsterving. Er zijn zoveel planten en dieren in aantal drastisch achteruit gegaan en tot aan de rand van hun voortbestaan gedrongen, dat de natuurlijke wereld minder veerkrachtig is en minder verandering aankan dan in het late Perm. Wat er nog rest van de natuur bestaat uit `reservaten': eilandjes, belegerd door agrarische en stedelijke woestijnen. Wanneer de temperatuur stijgt en de echte woestijnen opschuiven naar de gematigde breedtegraden, zullen die eilandjes één voor één worden bedolven, voorgoed uit de weg geruimd door het veranderende klimaat.
Bedenk ook eens hoe snel de veranderingen gaan. Zelfs op het hoogste niveau van vulkanische CO2-uitstoot duurt het duizenden jaren voordat er enig effect op het klimaat te meten valt. Wij leveren datzelfde kunststukje in een paar tientallen jaren. Wij kunnen honderd maal sneller eenzelfde niveau van opwarming halen, dan tijdens de grootste catastrofe die de wereld ooit heeft gekend.
Uiteraard hebben we met onze CO2-uitstoot niets kwaads in de zin; het hoort gewoon bij het moderne leven. Maar voor de biosfeer doet dat er nauwelijks toe. Want als we zoveel mogelijk leven op aarde zouden willen vernietigen, dan kunnen we dat niet beter doen dan zoals nu.
Veel mensen hebben instinctief het gevoel dat wij nooit echt serieuze invloed kunnen hebben op zoiets groots als de planeet. Maar ga dan eens aan de rand van een drukke snelweg staan en kijk eens omhoog. Bedenk dat de atmosfeer op 7.000 meter boven je hoofd alweer ophoudt. En sta er dan eens bij stil hoeveel andere snelwegen er inmiddels kris-kras over onze planeet lopen, van Bangkok tot Berlijn, allemaal tjokvol auto's en vrachtwagens, elk met een uitlaatpijp die doorlopend CO2 en andere gassen uitademt. En denk daar dan ook al die elektriciteitscentrales bij, al die vliegtuigen, al die verbrandingsketels en gashaarden - alleen al goed voor 80 miljoen vaten olie per dag. Of kijk eens naar een samengestelde satellietfoto van de aarde `s nachts, en zie hoe elk continent oplicht door een warrig spinneweb van steden. En verwonder je over het visuele geheel van deze overmaat aan doorlopende menselijke energieconsumptie. Dan lijkt het misschien minder verbazend dat de CO2-concentratie elk jaar hoger is dan het jaar daarvoor en dat je elke keer dat je ademhaalt meer CO2 binnenkrijgt dan welke mens dan ook vóór jou in de hele evolutionaire geschiedenis van onze soort heeft gedaan. Dan kan het toch ook nauwelijks meer een verrassing zijn dat het klimaat zo snel verandert. Het zou pas een verrassing zijn als alles gewoon z'n gangetje bleef gaan.